Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 16/04/2018
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 april 2018 ADVIES 2018-31 met betrekking tot het verkrijgen van een kopie van de toepasselijke wetgeving en van uitleg (CTB/2018/28) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 23 februari 2018 vraagt de heer X aan de FOD Mobiliteit om volgende bestuursdocumenten te ontvangen: - de regelgeving i.v.m. de toekenning van gratis tickets die de voormalige medewerkers van de RMT en voordien van het zeewezen hadden; - een afschrift over een afspraak op grond waarvan de FOD Mobiliteit alle aanvragen om tickets per dag sorteert en behandeld in de volgorde van binnenkomen. Daarnaast vraagt hij om uit te leggen “hoe iemand die een reis maakt via de luchthaven van Zaventem van 26 december 2017 tot 3 januari 2018 dit kan met zijn gratis tickets”. 1.2. Omdat hij geen reactie krijgt op zijn vraag, dient hij bij e-mail van 25 maart 2018 een verzoek tot heroverweging in bij de FOD Mobiliteit en Vervoer. Bij e-mail van dezelfde datum vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Het verzoek tot heroverweging aan de FOD Mobiliteit en Vervoer en het verzoek om advies aan de Commissie zijn immers zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: de wet van 11 april 1994) het vereist, tegelijkertijd ingediend. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6, §§ 1 en 2 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 3 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). In de gevallen waarin de aanvraag wordt gericht tot een gemeente, dan kan deze eventueel ook de afwezigheid van het belang inroepen dat nodig is om toegang te krijgen tot een document van persoonlijke aard en de uitzonderingsgronden vermeld in artikel 7 van de wet van 12 november 1997 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten’ voor zover tenminste deze wet nog van toepassing is. Opdat artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 is echter vereist dat de informatie zich op een drager bevindt. Een vraag om informatie, namelijk uitleg te verschaffen “hoe iemand die een reis maakt via de luchthaven van Zaventem dit kan doen met zijn gratis tickets”, valt hier niet onder. Immers, de vraag om uitleg over hoe iemand die een reis maakt via de luchthaven van Zaventem van 26 december 2018 tot 3 januari 2018 met gratis tickets is alvast geen vraag die onder het toepassingsgebied van artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 valt. Wat dit betreft is de aanvraag niet gegrond. Verder, in zoverre de zogenaamde ‘afspraak’ niet slaat op een bestaand bestuursdocument, maar enkel op een gehanteerde praktijk moet de aanvraag als niet gegrond worden beschouwd. In zoverre de vraag er daarentegen toe strekt om toegang te krijgen tot de regelgeving of richtlijnen i.v.m. de toekenning van gratis tickets die de voormalige medewerkers van de RMT en voordien van het zeewezen hadden, moet deze worden geacht onder het toepassingsgebied van de wet van 11 april 1994 te vallen voor zover de FOD Mobiliteit en Vervoer in het bezit is van een papieren of digitale versie van deze regelgeving of richtlijnen. De Commissie ziet in dat geval geen grondslag in de uitzonderingsgronden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 om de toegang tot deze bestuursdocumenten te weigeren. Brussel, 16 april 2018. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster