Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 28/03/2018
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 28 maart 2018 ADVIES 2018-27 met betrekking tot het verkrijgen van een kopie van een aantal documenten met betrekking tot niet doorgegane nucleaire explosies voor civiele doeleinden (CTB/2018/24) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 25 januari 2018, vraagt de heer X aan de Veiligheid van de Staat om een kopie van volgende documenten te krijgen: - documenten met betrekking tot nucleaire explosies te gebruiken voor civiele finaliteiten (graven van tunnels, aanleggen van havens, …) in het algemeen en over de implicaties en eventuele opportuniteiten en risico’s voor België (jaren ’50 en ’60); - documenten m.b.t. de overweging van de firma SAVGAZ eind jaren ’50 om gebruik te maken van een nucleaire explosie om een ondergrondse stockageruimte voor aardgas te maken in de Kempen 1.2. Omdat hij geen reactie krijgt op zijn vraag, dient hij bij e-mail van 19 maart 2018 een verzoek tot heroverweging in bij de Veiligheid van de Staat. Bij e-mail van dezelfde datum vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Het verzoek tot heroverweging bij de Veiligheid van de Staat en het verzoek om advies aan de Commissie is immers zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 vereist, tegelijkertijd ingediend. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6, §§ 1 en 2 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). In de gevallen 3 waarin de aanvraag wordt gericht tot een gemeente, dan kan deze eventueel ook de afwezigheid van het belang inroepen dat nodig is om toegang te krijgen tot een document van persoonlijke aard en de uitzonderingsgronden vermeld in artikel 7 van de wet van 12 november 1997 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten’. In het mate het zou gaan om documenten geclassificeerd op grond van de wet van 11 december 1998‘betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen’, zelfs indien de documenten dateren van voor die datum, is de wet van 11 april 1994 niet van toepassing. Zulks belet evenwel niet dat krachtens artikel 32 van de Grondwet ook in dat geval moet worden gemotiveerd waarom niet kan worden ingegaan op het verzoek van de aanvrager. De Commissie wenst trouwens op te merken dat de uitsluiting van documenten van de toepassing van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ op grond van artikel 26, § 1 van de wet van 11 december 1998 niet geldt voor wat informatie betreft die als milieu- informatie kan worden gekwalificeerd. In dat geval is immers de wet van 5 augustus 2006 ‘betreffende de toegang van het publiek tot milieu- informatie’ van toepassing. Opdat artikel 32 van de Grondwet en één van beide vermelde wetten van toepassing zijn, is wel vereist dat de gevraagde bestuursdocumenten bestaan. De Commissie sluit niet uit dat zelfs al zouden er documenten hebben bestaan, deze ondertussen mogelijk vernietigd kunnen zijn zeker in het licht van het feit dat projecten of het specifieke project geen doorgang hebben of heeft gevonden. Evenwel, ook in dat geval moet de Veiligheid van de Staat hierover op zijn minst duidelijkheid verschaffen aan de aanvrager. Als er toch documenten zouden bestaan en deze in het bezit zijn van de Veiligheid van de Staat, dan komt het aan de Veiligheid van de Staat toe om te beoordelen of er redenen zijn waarom de openbaarmaking niet mag plaatsvinden en moet ze dit behoorlijk in concreto motiveren. Zijn er eventueel uitzonderingsgronden van toepassing dan geldt het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking. Dit houdt in dat slechts informatie die onder een uitzonderingsgrond valt aan de openbaarmaking kan 4 worden onttrokken. Alle andere informatie moet vooralsnog openbaar worden gemaakt. Niets verhindert dat als er documenten bestaan en door de Veiligheid van de Staat zouden zijn aangemaakt, deze documenten inmiddels werden neergelegd in een archief. In dat geval moet toepassing worden gemaakt van artikel 11 van de wet van 11 april 1994. Gaat het om milieu- informatie dan komt het hoe dan ook de Veiligheid van de Staat toe om over de aanvraag een beslissing te nemen. Brussel, 28 maart 2018. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster