Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 12/02/2018
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 12 februari 2018 ADVIES 2018-11 met betrekking tot het verkrijgen van het aantal personen dat werkzaam is bij een bepaalde firma (CTB/2018/08) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 22 december 2017 vraagt mevrouw X, namens Interleuven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) in het kader van het beheer van het bedrijventerrein Webbekom, gelegen te Diest om een attest dat aangeeft hoeveel personen in dienst zijn bij het bedrijf Sure Security (ondernemingsnummer: 04744820938) in de vestiging met vestigingsnummer 2.093.173.787 voor de kwartalen 2017/1-2017/4. 1.2. Bij e-mail van 8 januari 2018 antwoordt de RSZ dat de gegevens op die dag per post naar de werkgever worden gestuurd en dat de RSZ niet gemachtigd is gegevens aan derden te verstrekken. 1.3. Bij e-mail van 2 februari 2018 stelt de aanvraagster dat ze van oordeel is dat de opgevraagde informatie niet in strijd is met de gegevensbescherming van personen en dat ze bijgevolg vraagt haar verzoek te heroverwegen. Bij e-mail van dezelfde dag verzoekt zij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat de aanvraag ontvankelijk is. De aanvrager heeft immers tegelijkertijd, zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur voorschrijft, een verzoek tot heroverweging ingediend bij de RSZ. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 4 van de wet van 11 april 1994 verleent aan ieder een recht van toegang tot bestuursdocumenten van een federale administratieve overheid. Dit recht bestaat erin dat eenieder, volgens de voorwaarden bepaald in deze wet, elk bestuursdocument ter plaatse kan inzien, dienomtrent uitleg kan krijgen en mededeling in afschrift ervan kan ontvangen zonder dat hij hiervoor een belang moet aantonen. De aanvraagster wenst een attest te ontvangen, d.w.z. een document dat een bewijs levert, een officiële verklaring die bepaalde informatie wettigt of een officiële verklaring die een mondelinge bewering versterkt, 3 ondersteunt of wettigt. Het gaat bijgevolg om een document dat specifiek met dat doel wordt aangemaakt. Het recht van toegang tot bestuursdocumenten zoals gegarandeerd door artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 garandeert slechts de toegang tot bestaande informatie zonder dat hierbij eerst een bewerking moet worden uitgevoerd. Evenmin garandeert de toegang tot bestuursdocumenten het bewijs van bepaalde informatie. Slechts voor zover een federale administratieve overheid beschikt over een bepaald attest, kan iemand op grond van de wet van 11 april 1994 hiervan een kopie aanvragen en verkrijgen en voor zover bepaalde informatie niet aan de openbaarmaking moet worden onttrokken, omdat een uitzonderingsgrond moet of kan worden ingeroepen en dit inroepen behoorlijk is gemotiveerd. Voor zover er nog geen attest is opgemaakt en in het bezit is van de RSZ dat beantwoordt aan wat de aanvraagster wenst, is de wet van 11 april 1994 niet van toepassing. Voor zover dat wel het geval is, moet worden nagegaan of er eventueel één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen. Dit inroepen moet dan wel in concreto en afdoende worden gemotiveerd. Gezien de aanvraagster wenst te vernemen hoeveel werknemers tewerkgesteld zijn bij een bepaald bedrijf doch niet wie precies, kan de uitzonderingsgrond bedoeld in artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994 niet worden ingeroepen. De Commissie ziet immers niet in dat het openbaar maken van de gevraagde informatie afbreuk zou doen aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het komt de RSZ toe om te bepalen of eventueel andere uitzonderingsgronden moeten of kunnen worden ingeroepen. Brussel, 12 februari 2018. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster