Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 44

Met betrekking tot de toegang tot de documenten die de rechtsbasis en/of motivering vormen voor een beslissing tot weigering om deel te nemen aan een festival

Date: 2/10/2017

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                    2 oktober 2017




                 ADVIES 2017-44

met betrekking tot de toegang tot de documenten die
 de rechtsbasis en/of motivering vormen voor een
 beslissing tot weigering om deel te nemen aan een
                       festival
                    (CTB/2017/78)
                                                                            2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 17 juli 2017 vraagt meester Kris Wagner, namens
zijn cliënt, de heer X om van de minister van Veiligheid en Binnenlandse
zaken een kopie te ontvangen van iedere administratieve beslissing en
ieder ander document dat de rechtsbasis en/of motivering vormt voor de
beslissing tot weigering van de heer Janssens op het Tomorrowland
festival.

1.2. Bij brief van 24 juli 2017 heeft de minister de toegang tot de
gevraagde documenten geweigerd omdat de maatregel waarbij de
persoon de toegang tot Tomorrowland werd geweigerd, geen
bestuurshandeling is maar een veiligheidsmaatregel, die werd genomen
naar aanleiding van een identiteitscontrole waartoe de bestuurlijke
overheid heeft beslist op grond van artikel 34, § 3 van de wet op het
politieambt. De inhoud van politionele databanken, is gelet op hun aard,
niet voor het publiek toegankelijk.

1.3. Omdat ze het daarmee niet eens is, dienen meesters Kris Wagner
en Arne Vandaele namens hun cliënt bij brief van 28 september 2017 een
verzoek tot heroverweging in bij de minister van Veiligheid en
Binnenlandse Zaken. Tegelijkertijd richten zij een verzoek om advies aan
de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna de
Commissie genoemd.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat de aanvraag ontvankelijk is. De
aanvragers die namens hun cliënten optreden, hebben immers
tegelijkertijd, zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende
de openbaarheid van bestuur voorschrijft, een verzoek tot
heroverweging ingediend bij de minister en een verzoek om advies aan
de Commissie gericht.
                                                                         3

3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden
kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6, §§
1 en 2 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op
pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden
die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt
dat ze beperkend moeten worden geïnterpreteerd (Arbitragehof, arrest
nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof,
arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Wordt de
aanvraag gericht tot een gemeente, dan kan deze eventueel ook de
afwezigheid van het belang inroepen dat nodig is om toegang te krijgen
tot een document van persoonlijke aard en de uitzonderingsgronden
vermeld in artikel 7 van de wet van 12 november 1997 inde provincies
en gemeenten.

De wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur
bepaalt echter dat de aanvrager zijn aanvraag dient te richten aan de
federale administratieve overheid die over het gevraagde
bestuursdocument beschikt. Het is dus maar in de mate de minister van
Veiligheid en Binnenlandse Zaken of zijn administratie, meer bepaald de
FOD Binnenlandse Zaken over de gevraagde bestuursdocumenten
beschikt dat hij ertoe gehouden is een beslissing te nemen over de
aanvraag. Is dit niet het geval, dan is hij ertoe gehouden de aanvrager op
de hoogte te brengen welke administratieve overheid naar zijn weten
over de gevraagde bestuursdocumenten beschikt.

De Commissie wenst er in elk geval op te wijzen dat het irrelevant is of
de maatregel die ten aanzien van de heer Janssens werd genomen, al dan
niet een administratieve rechtshandeling is. Het is voldoende dat een
administratieve overheid over een bestuursdocument beschikt dat de wet
van 11 april 1994 van toepassing is.

Voor zover en enkel voor zover de minister of zijn administratie zelf
over de gevraagde bestuursdocumenten beschikt, is de Commissie van
oordeel dat enkel een uitzonderingsgrond die te vinden is in artikel 6 van
de wet van 11 april 1994 een afdoende grondslag kan vormen om de
                                                                    4

openbaarmaking te weigeren, in voorkomend geval na de vereiste
belangenafweging, en voor zover althans deze uitzonderingsgrond in
concreto wordt gemotiveerd en, bovendien, rekening houdt met de door
de wet aan de ingeroepen uitzonderingsgrond(en) gestelde vereisten.


Brussel, 2 oktober 2017.




   F. SCHRAM                                           K. LEUS
   secretaris                                         voorzitster