Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 16/01/2017
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 januari 2017 ADVIES 2017-4 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van een rekruterings- en selectiedossier bij de Federale Politie (CTB/2016/136) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij brief van 28 september 2016 vraagt de heer X om inzage in het volledige rekruterings- en selectiedossier voor het vergelijkend examen voor bevordering door overgang naar een hoger kader, sessie 2016-2017 evenals een omstandige motivering over de vastgestelde ongeschiktheid. 1.2. Omdat hij hierop niet meteen reactie ontving herhaalde hij zijn aanvraag bij brief van 14 oktober 2016. 1.3. Bij brief van 16 november 2016 vroeg de heer X en de heer Peter Crispyn, zijn raadsman om mededeling in afschrift van het volledige rekruterings- en selectiedossier over de heer X met betrekking tot het vergelijkend examen voor bevordering naar een hoger kader, sessie 2016- 2017. Er wordt vermeld dat de heer X een belang vertoont voor deze documenten omdat ze betrekking hebben op de oordeelsvorming over hemzelf en zijn capaciteiten in het licht van o.a. de nodige competenties. 1.4. Bij brief zonder datum van de Federale Politie vernam de heer Crispyn dat elke kandidaat de mogelijkheid krijgt om mondeling een meer omstandige feedback en uitleg te verkrijgen over de procedure waarvoor hij niet is geslaagd. Deze mogelijkheid werd vermeld in de brief van 19 september 2016 waarmee werd medegedeeld dat de heer De Ryck niet geschikt was voor een bevordering. Daarnaast wordt gesteld dat het volledige dossier op de dienst kan worden ingezien onder toezicht. Wel dient hierbij een voorbehoud te worden gemaakt voor die onderdelen van het dossier die ook betrekking hebben op andere kandidaten en waarbij de wet over de openbaarheid van bestuur een uitzondering voorziet voor de openbaarmaking van de bestuursdocumenten die afbreuk zouden doen aan de persoonlijke levenssfeer. De heer X zal hiertoe telefonisch worden gecontacteerd om een afspraak vast te leggen. 1.5. Bij brief van 20 december 2016 dient de heer Crispyn een verzoek tot heroverweging in bij de Federale Politie. Bij brief van dezelfde dag vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. De Commissie ontving deze aanvraag op 23 december 2016 3 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag ontvankelijk is voor zover het voorwerp beperkt is tot het verkrijgen van een kopie van het volledige recruterings- en selectiedossier met betrekking tot het vergelijkend examen voor bevordering naar een hoger kader van de heer De Ryck. Het verzoek tot heroverweging aan de Federale Politie en het verzoek om advies aan de Commissie werden niet tegelijkertijd ingediend zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 voorschrijft. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. Dit recht kan worden uitgeoefend door inzage te nemen, door uitleg te verkrijgen of door een kopie te verkrijgen. In principe staan deze drie modaliteiten van het recht van toegang op gelijke voet, tenzij op bepaalde bestuursdocumenten een auteursrecht rust. Het recht van toegang kan dan ook niet zomaar beperkt worden tot het louter verlenen van inzage en tot het verstrekken van uitleg. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). De Commissie wenst er vooreerst op te wijzen dat de aanvrager het vereiste belang vertoont om toegang te krijgen tot zijn eigen recruterings- en selectiedossier voor de betrokken bevordering. De Commissie stelt vast dat de Federale Politie de persoonlijke levenssfeer van andere kandidaten inroept om de toegang tot bepaalde informatie te weigeren. Alhoewel de Commissie niet uitsluit dat dergelijke informatie voorhanden kan zijn, zal dit hoogstens beperkt zijn 4 aangezien de aanvraag zich niet uitstrekt tot de recruterings- en selectiedossiers van de andere kandidaten, maar beperkt is tot die van de aanvrager. Wanneer dergelijke informatie voorhanden is in de bestuursdocumenten van de betrokkene, dan moet in concreto in elk geval worden aangetoond dat de openbaarmaking afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer van deze personen. Dit is in dit geval niet gebeurt. Zelfs wanneer dergelijke informatie aanwezig zou zijn, dan kan hoogstens die informatie uit de bestuursdocumenten van het betrokken dossier worden onttrokken aan de openbaarmaking en zeker niet de andere informatie. Zelfs wanneer op bepaalde bestuursdocumenten zouden moeten worden gekwalificeerd als een werk in de zin van het auteursrecht, dan nog moet de Federale Politie de toestemming voor de openbaarmaking vragen aan de auteursrechthebbende voor het verlenen van een kopie van deze documenten. Bovendien lijkt het de Commissie weinig waarschijnlijk dat veel bestuursdocumenten als dusdanig gekwalificeerd kunnen worden. In elk geval vormt deze beperking op het recht van toegang via het verkrijgen van een kopie van een bestuursdocument, geen reden om kopies van de andere documenten in het recruterings- en selectiedossier van de betrokkene te weigeren. Voor zover de Federale Politie geen andere uitzonderingsgronden meent in te moeten roepen en dit inroepen in concreto motiveert, is behouden wat hiervoor is gesteld, ze ertoe gehouden de gevraagde documenten in kopie ter beschikking te stellen van de aanvrager. Brussel, 16 januari 2017. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster