Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 24/04/2017
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 24 april 2017 ADVIES 2017-35 met betrekking tot een kopie van documenten met betrekking tot een bevordering (CTB/2017/28) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij mail van 23 september 2016 vraagt mevrouw X aan Selor om inzage/feedback (vragen, antwoorden en verbetering) over deel 1 van fase 3 Evaluatie van het Algemeen functioneren – Promoties tot niveau A4 (leidinggevend) van de FOD Financiën (selectieprocedure voor adviseur-generaal – strijd tegen de fiscale fraude – gewestelijk directeur of afdelingshoofd bij de buitendiensten van de AABBI BNF048). 1.2. Bij mail van 21 november 2016 beklaagt mevrouw X zich er over dat ze nog geen reactie heeft ontvangen en vraagt om haar vooralsnog inzage te verlenen. 1.3. Bij mail van 9 maart 2017 herhaalt mevrouw X haar vraag. 1.4. Bij mail van 9 maart 2017 antwoordt Selor dat deze selectie volledig in eigen beheer is georganiseerd door de FOD Financiën. Selor heeft de aanvraag aan de FOD Financiën doorgestuurd. 1.5. Bij mail van 10 maart 2017 merkt de betrokken dienst van de FOD Financiën op dat zij niet verantwoordelijk is voor promotiesecties en verzoekt de aanvraagster zich tot een andere dienst te wenden. 1.6. Bij mail van 10 maart 2017 richt de aanvraagster zich tot de Dienst promoties van de FOD Financiën. 1.7. Bij mail van 7 april 2017 krijgt de aanvraagster van SELOR volgende reactie: “Kan u mij verduidelijken in welke testonderdelen u juist inzage wenst? - Generieke screening - Analyse- en presentatie-oefening - Interview m.b.t. motivatie/technische competenties Op basis hiervan zal ik de nodige documenten verzamelen. Inzage is mogelijk, maar wij kunnen u niet de correcte antwoorden bezorgen. Ik wel kan reeds verduidelijken dat er voor het evalueren van de analyse- en prestatieoefening een assessorenhandleiding bestaat. Deze omvat de inhoudelijke elementen die in de casus aan bod kunnen komen, alsook enkele voorbeeldvragen die aan de 3 kandidaat gesteld kunnen worden. Er worden verschillende mogelijke denkpistes toegelicht die de kandidaat zou kunnen aanbrengen. In een dergelijke oefening bestaan er echter geen juiste of foute antwoorden. Er wordt gekeken naar de wijze waarop u met de gegeven informatie bent omgesprongen en welke ideeën u heeft uitgewerkt. Kan u mij ook vermelden welke feedback/informatie u reeds via de FOD Financiën heeft ontvangen? Doorgaans wordt er een feedbackrapport opgesteld die de competenties beschrijft.” 1.8. Bij mail van 7 april 2017 vraagt mevrouw X om inzage in de analyse- en presentatie-oefening en meldt dat ze hierover nog geen feedback heeft ontvangen. 1.9. Bij mail van 7 april 2017 krijgt mevrouw X van Selor de melding dat de betrokken selectieambtenar de daarop volgende week donderdag op kantoor in Brussel is en dan alle documenten zal verzamelen en contact met haar zal opnemen voor de inzage. 1.10. Bij mail van 12 april 2017 verzoekt de dienst HR-Planning & Loopbaan van de FOD Financiën dat mevrouw Lemaire contact zou opnemen. 1.11. Op donderdag 13 april 2017 heeft mevrouw X telefonisch contact met de dienst HR-Planning & Loopbaan van de FOD Financiën die haar meedeelt dat ze geen inzage kan krijgen in de gevraagde documenten aangezien ze de selectieprocedure niet volledig heeft doorlopen. 1.12. Bij mail van 13 april 2017 dient mevrouw X een verzoek tot heroverweging in bij de dienst HR-Planning & Loopbaan van de FOD Financiën met in cc ook gericht aan SELOR. In haar verzoek om advies van dezelfde dag gericht aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, stelt ze dat het verzoek tot heroverweging was gericht aan SELOR. 1.13. Bij mail van 13 april 2017 antwoordt de DG Rekrutering en Ontwikkeling van de FOD Beleid en Ondersteuning dat de aanvraagster enkel feedback kan krijgen voor het geheel van ‘Fase 3’ en aangezien ze één onderdeel hiervan niet heeft afgelegd dat ze de gevraagde feedback niet kan ontvangen. 4 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag niet ontvankelijk is. In de eerste plaats richt de aanvraagster zich tot de FOD Financiën, en brengt ze SELOR enkel hiervan op de hoogte, terwijl ze in haar verzoek om advies duidelijk aangeeft dat ze zich richt tegen SELOR. Zelfs als het verzoek tot heroverweging bij de correcte administratie was ingediend, dan stelt zich nog een bijkomend probleem in die zin dat de mail van 21 november 2016 moet beschouwd worden als het verzoek tot heroverweging. Aan het indienen van een verzoek tot heroverweging zijn immers geen bijkomende eisen verbonden dan dat de aanvrager zijn ontevredenheid omdat hij moeilijkheden ondervindt om toegang te krijgen tot bestuursdocumenten. Het overschrijden van de termijn van dertig dagen waarbinnen ze een beslissing had moeten ontvangen over haar aanvraag van 23 september 2016 heeft voor gevolg dat er een stilzwijgende weigeringsbeslissing is ontstaan. Een reactie, waarin de aanvraagster zich beklaagt, moet dan ook worden beschouwd als een verzoek tot heroverweging. Op dat moment dient in overeenstemming met artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 ook een verzoek om advies bij de Commissie te worden ingediend. Dit is evenwel niet gebeurd, maar pas bij mail van 13 april 2017. Bovendien is als gevolg van het verstrijken van een termijn van vijfenveertig dagen na het indienen van dit verzoek tot heroverweging een stilzwijgende weigeringsbeslissing ontstaan waartegen enkel een annulatieberoep bij de Raad van State openstaat. Ook al is de Raad van State van oordeel dat een latere uitdrukkelijke beslissing over een verzoek tot heroverweging de plaats inneemt van de stilzwijgende beslissing hierover, ook dan kan hiertegen enkel een annulatieberoep bij de Raad van State worden ingesteld. 5 De Commissie betreurt niettemin de behandelingswijze die de aanvraagster heeft ondergaan. Buiten het feit dat niet tijdig wordt gereageerd, is evenmin duidelijk waar zich de documenten bevinden waarvan zij de toegang vraagt. Het verdient op zijn minst aanbeveling dat de deelnemers aan een selectieproef na het afleggen van een proef op de hoogte worden gebracht bij wie ze een aanvraag kunnen indienen om toegang te krijgen tot de documenten die op die proef betrekking hebben. De huidige manier van werken heeft voor gevolg dat op een buitensporige wijze afbreuk wordt gepleegd aan het recht van toegang tot bestuursdocumenten, dat door artikel 32 van de Grondwet wordt gewaarborgd. Brussel, 24 april 2017. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster