Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 24/04/2017
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 24 april 2017 ADVIES 2017-34 met betrekking tot een kopie van documenten met betrekking tot de werking van het Algemeen Rijksarchief en het Rijksarchief in de Provinciën (CTB/2017/27) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij brief van 29 april 2014 vraagt de heer X aan de toenmalige voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid om een kopie van volgende documenten van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën: 1. De jaarlijkse werkingsbudgetten van de Rijksarchieven in de Provincies Departement Vlaanderen voor de jaren 2007‐2014, rekening gehouden met het saldo na de schrapping van bepaalde budgetten in juni 2013 (boeken, tijdschriften, inbinding). 2. Alle correspondentie (nota’s, brieven en e‐mails) die gevoerd werd tussen Maurice Vandermaesen (Diensthoofd RA te Brugge, 2007‐2012) en de Algemeen Rijksarchivaris, tussen Maurice Vandermaesen en hoofdboekhouder Alex Salaz, tussen de Algemeen Rijksarchivaris en ex‐hoofdboekhouder Alex Salaz, speciaal voor het jaar 2011, maanden juni, juli, augustus en september. Het Rijksarchief te Brugge had in augustus 2011 geen budget meer. Welke remedie werd gegeven? 3. Alle correspondentie (nota’s, brieven en e‐mails tot en met juni 2013) die gevoerd werd tussen de Algemeen Rijksarchivaris en zijn operationele directeur Algemene Diensten Eric Dam, tussen operationele directeur Algemene Diensten Eric Dam en hoofdboekhoudster Carine Delhovren, tussen Algemeen Rijksarchivaris en hoofdboekhoudster Carine Delhovren met betrekking tot de budgetsituatie vastgesteld in 2013; idem specifiek over een put van € 100000 betreffende de niet in rekening gebrachte anciënniteitsverhoging van de salarissen van projectmedewerkers. 4. Alle correspondentie (nota’s, brieven en e‐mails) die gevoerd werd tussen de Algemeen Rijksarchivaris, zijn operationele directeur Algemene Diensten Eric Dam en boekhoudster Carine Delhovren met de POD Wetenschapsbeleid aangaande het budget van het Rijksarchief uit de maanden oktober‐december 2013. 5. Een overzicht en een detail van de uitgaven gespendeerd door het Rijksarchief aan de nieuwjaarsrecepties 2006‐2014, de personeelsfeesten 2006‐2014 en de ICA-bijeenkomsten in Brussel anno 2011 en 2013. 6. Meteen kan ik u ook de nota van 19 december 2013 geschreven door Operationeel Directeur Vancoppenolle opvragen die gediend heeft op een vergadering van de Directieraad van 20 december 2013 en diende tot het nemen van een maatregel ten aanzien van mijn functie binnen de instelling. 7. Een overzicht van de verblijfskosten van mijn vervanger Rombout Nijssen uit Hasselt in Brugge: hotel‐, eten‐ en transportkosten, vanaf 2 januari tot eind april 2014. 3 1.3. Bij brief die ontbreekt in het dossier heeft de toenmalige voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid de toegang tot deze documenten geweigerd. Het is daarbij onduidelijk om welke redenen dit is gebeurd. 1.4. Bij brief van 10 april 2017 dient de heer X een verzoek tot heroverweging in bij de POD Wetenschapsbeleid, omdat hij het niet eens is met de weigering. Bij mail van 17 maart 2017, maar aan de Commissie bezorgd via mail van 10 april 2017, dient hij ook een verzoek om advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag aan de POD Wetenschapsbeleid en het verzoek tot heroverweging aan de Commissie tegelijkertijd werden ingediend zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur voorschrijft. Het verzoek om advies is bijgevolg ontvankelijk. De Commissie stelt evenwel vast dat de beide verzoeken evenwel niet langer betrekking hebben op het onder punt 6 vermelde nota zodat het administratief beroep niet langer op dit bestuursdocument betrekking heeft. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). 4 Opdat het voorgaande evenwel van toepassing is, is in de eerste plaats vereist dat de gevraagde bestuursdocumenten bestaan. Loutere informatievragen en vragen die een verwerking vereisen van informatie in verschillende bestuursdocumenten tot een nieuw bestuursdocument vallen hier niet onder. Voor zover de aanvraag dan ook geen betrekking heeft op bestuursdocumenten in de zin van de wet van 11 april 1994, is de aanvraag om advies niet gegrond. Bovendien is vereist dat de instelling waaraan de openbaarmaking wordt gevraagd over de gevraagde bestuursdocumenten beschikt. De Commissie heeft twijfels of dit het geval is omdat alle bestuursdocumenten betrekking hebben op het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de provinciën. Ook al is het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de provinciën een operationele dienst van de POD Wetenschapsbeleid, toch beschikt ze over een bepaalde mate van autonomie. Omwille van die autonomie moeten zij dan ook worden beschouwd als afzonderlijke administratieve overheden en kan de POD Wetenschapsbeleid volstaan voor wat betreft de bestuursdocumenten die zij niet in haar bezit heeft de aanvrager door te verwijzen naar het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën. Voor zover de POD Wetenschapsbeleid zelf wel over bepaalde van de gevraagde bestuursdocumenten beschikt, is ze ertoe gehouden om in concreto te motiveren waarom zij de toegang tot bepaalde van de gevraagde bestuursdocumenten weigert. Is er geen grondslag noch een concrete motivering voor het inroepen van één of meer uitzonderingsgronden, dan dient de POD Wetenschapsbeleid de gevraagde bestuursdocumenten openbaar te maken. De Commissie wenst de POD Wetenschapsbeleid wel te herinneren aan het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking op grond waarvan de openbaarmaking enkel kan worden geweigerd voor informatie die onder een uitzonderingsgrond valt en niet voor andere informatie in een bestuursdocument. Brussel, 24 april 2017. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster