Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 52

Met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot de gepubliceerde jaarrekeningen van de bedrijven gevestigd in de provincie Antwerpen

Date: 7/6/2016

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                     7 juni 2016




                 ADVIES 2016-52

   met betrekking tot de weigering om toegang te
verlenen tot de gepubliceerde jaarrekeningen van de
  bedrijven gevestigd in de provincie Antwerpen
                    (CTB/2016/49)
                                                                         2

1. Een overzicht

1.1 Bij mail van 11 mei 2016 vraagt de heer Christoph Meeussen aan de
Nationale Bank van België om een kopie te ontvangen van de in april
gepubliceerde jaarrekeningen van de bedrijven gevestigd in de provincie
Antwerpen. Daarnaast vraagt hij de Nationale Bank van België om een
aantal faciliteiten om de informatie gemakkelijker te kunnen raadplegen.
Hij wenst de documenten te verkrijgen op elektronische wijze.

1.2 Bij mail van 24 mei 2016 antwoordt de Nationale Bank van België dat
voor de beschikbaarstelling van afschriften van jaarrekeningen specifieke
regels gelden die zijn vastgelegd in het Wetboek van vennootschappen
(art. 103) en in het KB van 30 januari 2001 tot uitvoering van het
Wetboek van vennootschappen (art. 183). Verder wordt een overzicht
geboden op welke verschillende vormen en voor verschillende
doelgroepen de informatie ter beschikking wordt gesteld.

1.3. Omdat hij het niet eens is met dit standpunt, dient de heer Christoph
Meeussen bij mail van 24 mei 2016 een verzoek tot heroverweging in bij
de Nationale Bank van België. Bij mail van dezelfde dag dient hij ook een
verzoek om advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd.

1.4 Bij brief van 3 juli 2016 maakte de Nationale Bank van België aan de
Commissie alle met de heer Meeussen gevoerde briefwisseling over en
bezorgt ze de Commissie het voorlopige standpunt dat ze heeft vertolkt
naar aanleiding van het ingediende verzoek tot heroverweging door de
heer Meeussen over aan de Commissie.

2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie oordeelt dat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke
vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de
regeringscommissaris voor de Orde van Architecten en van het verzoek
om advies aan de Commissie. Het verzoek om advies is bijgevolg
ontvankelijk.
                                                                         3

3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

De Commissie wenst erop te wijzen dat zij op grond van artikel 8, § 2
van de wet van 11 april 1994 enkel bevoegd is om in te gaan op
adviesaanvragen die betrekking hebben op iemand die moeilijkheden
ondervindt om toegang te krijgen tot bestuursdocumenten in het kader
van de passieve openbaarheid van bestuur en zich dan ook niet kan
uitspreken over de wijze waarop een overheid op actieve wijze
informatie voor het publiek ter beschikking stelt.

Met betrekking tot de vergoeding te betalen voor het verkrijgen van een
afschrift van een bestuursdocument bepaalt artikel 12 van de wet van 11
april 1994 dat het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument
kan worden onderworpen aan het betalen van een vergoeding waarvan
de Koning het bedrag vaststelt. Deze bepaling sluit niet uit dat de
vergoedingsregeling in meerdere koninklijke besluiten is vastgesteld.
Bovendien kunnen voor bepaalde bestuursdocumenten specifieke regels
van toepassing zijn, zoals in casu het geval is voor het verkrijgen van
afschriften van jaarrekeningen. Deze regels zijn vastgelegd in artikel 103
van het Wetboek van vennootschappen en in artikel 183 van het
koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek
van vennootschappen. Voor zover het gaat om bestuursdocumenten
dient de Koning er evenwel voor te zorgen dat de gevraagde vergoeding
geen ernstige belemmering vormt voor de uitoefening van een
grondrecht dat verankerd ligt in artikel 32 van de Grondwet dat zowel
inhoudt dat de aanvrager ter plaatse de gevraagde bestuursdocumenten
gaat inzien of dat hij zich een kopie laat bezorgen. Aangezien beide
vormen van het uitoefenen van de toegang op voet van gelijkheid staan,
mag de Koning hieraan niet door het opleggen van hoge tarieven in de
praktijk afbreuk doen.




Brussel, 7 juni 2016.




   F. SCHRAM                                             M. BAGUET
   secretaris                                            voorzitster