Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 21/3/2016
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2016 ADVIES 2016-33 met betrekking tot de gedeelte weigering om toegang te verlenen tot documenten in een dossier over een ingediende klacht (CTB/2016/31) 2 1. Een overzicht Bij mail van 24 februari 2014 vraagt de heer X aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg om toegang te krijgen tot het dossier dat werd opgesteld naar aanleiding van een onderzoek lastens Autbus De Polder NV. Mondeling nodigde de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg op 10 maart 2014 de heer Heïder uit om op 24 maart inzage te nemen in de bestuursdocumenten in het betrokken dossier. Bij de uitoefening van zijn inzagerecht heeft de heer X een aantal documenten ontvangen, namelijk: - het arbeidsreglement van Bus De Polder nv; - een gedeelte van het mailverkeer tussen mevrouw Govaert (FOD) en dhr. Larosse namens Bus De Polder; - een kort verslag van het onderzoek. Bij mail van 14 maart 2016 dient de heer X een verzoek tot heroverweging in omdat hij meent dat niet volledig is ingegaan op zijn verzoek. Hij merkt op dat hij volgende documenten wenst te ontvangen over dit dossier: - alle gevoerde communicatie/briefwisseling/mail e.d. tussen de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; - de nota die werd uitgehangen door de NV; - het verslag van de ondernemingsraad; - een eindverslag van de FOD met daarin de beslissing over zijn klacht en mondeling uitleg hierover; - alle andere, niet door hem vermelde stukken die deel (zullen) uitmaken van het dossier. Diezelfde dag dient hij bij mail ook een verzoek om advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie oordeelt dat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en van het verzoek 3 om advies aan de Commissie. Het verzoek om advies is bijgevolg ontvankelijk. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten die in casu van toepassing is, huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). De Commissie sluit niet uit dat bepaalde bestuursdocumenten informatie van persoonlijke aard bevatten. Dit kan natuurlijk maar voor zover die informatie betrekking heeft op natuurlijke personen en niet op rechtspersonen. Voor zover dergelijke informatie aanwezig zou zijn, oordeelt de Commissie dat de aanvrager wordt geacht het vereiste belang te hebben voor wat betreft informatie over hemzelf en voor zover de informatie van derden die op directe wijze op hemzelf betrekking hebben. Hij heeft evenwel niet het vereiste belang om toegang te krijgen tot informatie van persoonlijke aard van derden die niet op directe wijze op hemzelf betrekking heeft. De Commissie wenst er vervolgens op te wijzen dat de aanvrager via zijn verzoek tot heroverweging het voorwerp van zijn oorspronkelijk verzoek niet kan uitbreiden. Het komt toe aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg om na te gaan of de gevraagde documenten wel deel uitmaken van het dossier dat naar aanleiding van de klacht werd opgemaakt. Voor zover het voorwerp van het administratief beroep ruimer zou zijn, dan wat initieel werd gevraagd, is het administratief beroep voor wat de overschrijding van de oorspronkelijke aanvraag betreft niet gegrond. 4 De Commissie wenst verder op te merken dat het recht van toegang tot de gevraagde bestuursdocumenten enkel van toepassing is voor zover deze (nog) bestaan. Het komt aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg toe om na te gaan of dit het geval is. Alhoewel de wetgever geen termijn heeft bepaald waarbinnen het verzoek tot heroverweging en het verzoek aan de Commissie moet worden ingediend, tenzij dat beide verzoeken tegelijkertijd moeten worden ingediend, kan het feit dat het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies pas werden ingediend na 2 jaar voor gevolg hebben dat het voor de administratie moeilijk is om toegang te geven tot het dossier, zeker wanneer het gaat om het beantwoorden van een vraag om uitleg. Voor zover het voorwerp van het beroep betrekking heeft op niet of niet langer bestaande bestuursdocumenten, is het ongegrond. Ook wil de Commissie erop wijzen dat het recht op uitleg als één van de modaliteiten van het recht van toegang tot bestuursdocumenten zich beperkt tot het verduidelijken van wat er staat in eenvoudiger taal, maar er niet toe leidt dat een verdere motivering zou moeten worden gegeven. De Commissie meent dat de aanvrager informatie wenst te verkrijgen die niet in het eindverslag is opgenomen, maar beoogt een verdere motivering te ontvangen. Wat dit aspect betreft is de vraag niet gegrond. Voor wat de andere aspecten betreft, komt het aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg toe om na te gaan of één of meer uitzonderingsgronden moeten of kunnen worden ingeroepen voor zover hun inroepen in concreto kan worden gemotiveerd. Zo kan specifiek worden gedacht aan de aanwezigheid van bepaalde informatie die betrekking heeft op derden, waarvan de openbaarmaking van die informatie inbreuk zou kunnen vormen op hun persoonlijke levenssfeer (artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994). Ook dient de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg in concreto na te gaan of door de openbaarmaking niet moet worden geweigerd voor zover bepaalde informatie zou moeten worden beschouwd als uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld en het belang van de openbaarmaking niet opweegt tegen de bescherming van dit belang (artikel 6, § 1, 7° van de wet van 11 april 1994). Ook dient ze te onderzoeken of er geen redenen zijn om de openbaarmaking te weigeren omdat het gaat om een advies of een mening betreft die uit vrije wil en 5 vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld (artikel 6, § 3, 1° van de wet van 11 april 1994). De Commissie wenst ten slotte nog het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking in herinnering te brengen op grond waarvan slechts informatie in een bestuursdocument aan de openbaarmaking kan worden onttrokken voor zover dit onder een uitzonderingsgrond valt. Alle andere informatie in een bestuursdocument dient vooralsnog openbaar te worden gemaakt. Brussel, 21 maart 2016. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster