Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 29/2/2016
Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten
Afdeling openbaarheid van bestuur
29 februari 2016
ADVIES 2016-24
met betrekking tot de weigering om toegang te
verlenen tot een situationele beoordelingstest
(CTB/2016/22)
2
1. Een overzicht
1.1 Op 13 januari 2016 vraagt de heer X bij aangetekende brief aan
SELOR om een kopie van de vragen van de situationele beoordelingstest
van de incompetitiestelling in klasse A4 – Adviseur-generaal bij de
centrale diensten van de FOD Financiën – BNF150A4, BS 9 juli 2015 –
test met code PPRO868 van 27 oktober 2015).
1.2 Bij mail van 25 januari 2016 antwoordt SELOR dat de heer X
uitgenodigd wordt om inzage te nemen van zijn testen. Er wordt
aangegeven dat correcte antwoorden niet worden gegeven en dat er
eveneens geen kopies van de test worden meegegeven.
1.3. Omdat hij het niet eens is met dit standpunt, dient de heer X bij brief
van 11 februari 2016 een verzoek tot heroverweging in bij SELOR. Bij
brief van dezelfde dag dient hij ook een verzoek om advies in bij de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd.
1.4 Naar aanleiding van het indienen van zijn verzoek tot heroverweging
kreeg de heer X van SELOR een mail op 11 februari 2016 waarin deze
stelt dat de interne regels met betrekking tot de inzage van de testen
werden gevolgd en dat wanneer hij bepaalde opmerkingen heeft bij één
of meerdere vragen van de test hij deze op het einde van de inzage
schriftelijk kan noteren. Hij zal hierop dan een schriftelijk antwoord
bezorgen. Er worden geen correcte antwoorden meegedeeld.
1.5 Bij brief van 23 februari 2016 die de Commissie ontvangen heeft op
29 februari 2016 bezorgt de heer X het antwoord van Selor aan de
Commissie.
2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag
De Commissie oordeelt dat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke
vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan
SELOR en van het verzoek om advies aan de Commissie. Het verzoek om
advies is bijgevolg ontvankelijk.
3
3. De gegrondheid van de adviesaanvraag
Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang
tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer
uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen die zich bevinden
in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en
op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).
Voor zover SELOR geen uitzonderingsgronden inroept en deze
behoorlijk in concreto motiveert, is ze ertoe gehouden de vragen van de
situationele beoordelingstest aan de aanvrager te bezorgen. In elk geval
kan SELOR niet aanvoeren dat de interne regels van de inzage werden
gevolgd en dat geen correcte antwoorden worden gegeven. Niet alleen
wordt hiermee afbreuk gedaan aan de formele motiveringsverplichting,
bovendien zijn deze redenen niet te herleiden tot één of meer
uitzonderingsgronden aanwezig in artikel 6 van de wet van 11 april
1994.
Brussel, 29 februari 2016.
F. SCHRAM M. BAGUET
secretaris voorzitster