Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 22/11/2016
Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten
Afdeling openbaarheid van bestuur
22 november 2016
ADVIES 2016-127
met betrekking tot de weigering om toegang te
verlenen tot een (af)leveringsbon
(CTB/2016/125)
2
1. Een overzicht
1.1. Bij mail van 1 september 2016 vraagt de heer X het FAVV om
tussen te komen bij zijn aanvraag bij de vzw RATO om toegang te
krijgen tot bepaalde documenten in het bezit van deze vzw.
1.2. Bij mail van 22 september 2016 deelt het FAVV mee dat de
zaak helemaal uitgeklaard is en dat de boerenganzen allemaal geleverd
zijn aan een bij het FAVV bekende en geregistreerde handelaar in levend
pluimvee, om eventueel verder te worden verkocht op markten of aan
particulieren als sierganzen.
1.3. Bij mail van 22 september 2016 vraagt de heer X het FAVV om
de naam van de handelaar te kennen.
1.4. Bij mail van 26 september 2016 herhaalt hij zijn vraag.
1.5. Bij mail van 4 oktober 2016 vraagt de heer X een kopie van de
schriftelijke bevestiging die het FAVV van RATO heeft gekregen dat ze
de dieren bij de poelier geleverd hebben.
1.6. Bij mail van 14 november 2016 vraagt de aanvrager dat het
FAVV zijn verzoek zou heroverwegen. Bij mail van dezelfde dag
verzoekt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd, om een advies. Uit die mail wordt verduidelijkt dat
het gevraagde document een kopie van een “(af)leveringsbon” gaat.
2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag
De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. Het
verzoek tot heroverweging aan het FAVV en het verzoek om advies aan
de Commissie werden immers tegelijkertijd ingediend zoals artikel 8, § 2
van de wet van 11 april 1994 voorschrijft.
3. De gegrondheid van de adviesaanvraag
Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
3
slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang
tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer
uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich
bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).
De Commissie wenst er vooreerst op te wijzen dat het recht van toegang
tot bestuursdocumenten enkel bestaat voor zover het FAVV beschikt
over het gevraagde document. Op grond van de wet van 11 april 1994 is
ze er niet toe gehouden dit document op te vragen bij de betrokken vzw
als hiertoe geen andere bij wet bepaalde verplichting bestaat.
Voor zover het FAVV in het bezit is van het gevraagde
bestuursdocument en zij niet in concreto het inroepen van een
uitzonderingsgrond kan motiveren, is ze gehouden het betrokken
bestuursdocument openbaar te maken.
De Commissie wenst trouwens te wijzen op het principe van de
gedeeltelijke openbaarmaking op grond waarvan slechts de informatie
aan de openbaarmaking kan worden onttrokken die onder een
uitzonderingsgrond valt. Alle andere informatie in een
bestuursdocument dient vooralsnog openbaar te worden gemaakt.
Meestal laten de meeste inhoudelijke uitzonderingsgronden niet toe om
de toegang tot een bestuursdocument volledig aan de openbaarmaking te
onttrekken.
Brussel, 22 november 2016.
F. SCHRAM M. BAGUET
secretaris voorzitster