Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 24/10/2016
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 24 oktober 2016 ADVIES 2016-113 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot een aantal documenten met betrekking tot de begroting (CTB/2016/111) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij mail van 3 oktober 2016 vraagt de heer X aan de FOD Financiën om de voor de begrotingsopmaak gebruikte berekeningen van de verschillende termen uit de nieuwe financieringswet en de hiervoor gebruikte parameters. 1.2. Bij mail van 5 oktober 2016 verwijst de FOD Financiën de aanvrager door naar de documenten zoals ze zich bevinden op de website van de Kamer van Volksvertegenwoordigers enerzijds (voor wat betreft de overdrachten ten laste van de algemene uitgavenbegroting en de overdrachten die vooraf genomen worden op de federale belastingen voorzien in de middelenbegroting). Voor het begrotingsjaar 2016 worden de betrokken documenten nader geïdentificeerd. Voor wat het begrotingsjaar 2016 betreft wordt gesteld dat deze betrokken documenten uiterlijk op 31 oktober 2016 in het parlement dienen te worden ingediend. 1.3. Bij mail van 6 oktober 2016 verzoekt de heer X de FOD Financiën dat zij haar beslissing zou heroverwegen. Tegelijkertijd vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de aanvraag ontvankelijk is. De adviesaanvrager heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de FOD Financiën en het verzoek om advies aan de Commissie. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts 3 uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Het recht van toegang bestaat enkel ten aanzien van bestuursdocumenten en niet ten aanzien van losse cijfers en berekeningen die niet op directe wijze in een bestuursdocument zijn opgenomen. Voor zover de betrokken cijfers niet in een bestuursdocument aanwezig zijn, is het verzoek ongegrond. Ook al weigert de FOD Financiën niet de toegang tot de gevraagde documenten, toch kan zij niet doorverwijzen naar documenten die nog moeten beschikbaar worden gesteld op de website van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Een doorverwijzing is immers slechts mogelijk wanneer een federale administratieve overheid zelf niet in het bezit is van de gevraagde documenten voor zover deze bestaan. De Commissie wenst er de FOD Financiën verder op wijzen dat zij rekening dient te houden met de wijze waaraan de aanvrager de voorkeur geeft om zijn recht van uit te oefenen. Beschikt zij dan ook over de gevraagde documenten, dan dient zij hiervan een afschrift te bezorgen aan de aanvrager zoals hij zelf heeft gevraagd, tenzij zij in concreto kan motiveren dat één of meer uitzonderingsgronden moeten of kunnen worden ingeroepen. De Commissie wil tenslotte opmerken dat slechts informatie aan de openbaarmaking kan worden onttrokken voor zover zij onder een uitzonderingsgrond valt. Alle andere informatie moet openbaar worden gemaakt. Brussel, 24 oktober 2016. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster