Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 24/10/2016
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 24 oktober 2016 ADVIES 2016-111 met betrekking tot de impliciete weigering om toegang te verlenen tot een ontwerpbrief en een officiële communicatie (CTB/2016/109) 2 1. Een overzicht 1.1. Via mail van 22 augustus 2016 vraagt de heer X aan de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een afschrift van volgende documenten: 1- Alle communicatie tussen de Belgische ambassadeur in Kameroen (zaakgelastigde) enerzijds en de Eerste Secretaris, en de Consul van genoemde Ambassade anderzijds met betrekking tot de zaak van arrestatie, detentie, en uitzetting uit Kameroen van de aanvrager op 13 mei 2016 2- Alle communicatie tussen de zaakgelastigde in Kameroen, Eerste Secretaris, Consul van de Ambassade enerzijds en de Minister van Buitenlandse Zaken (inclusief diens medewerkers) anderzijds met betrekking tot genoemde zaak 3- Alle communicatie tussen de zaakgelastigde in Kameroen, Eerste Secretaris, Consul van de Ambassade enerzijds en de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (inclusief diens medewerkers) anderzijds met betrekking tot genoemde zaak 4- Alle communicatie tussen de Belgische ambassadeur in Kameroen (zaakgelastigde), de Eerste Secretaris, en de Consul van genoemde Ambassade met de volgende diensten in Kameroen met betrekking tot genoemde zaak: DGSN, DGRE, diensten van de President Kameroen, diensten van de Eerste Minister Kameroen, en dit met betrekking tot genoemde zaak 5- Alle communicatie tussen de Belgische ambassadeur in Kameroen (zaakgelastigde), de Eerste Secretaris, en de Consul van genoemde Ambassade met de volgende personen in Kameroen met betrekking tot genoemde zaak: Atanga Nji Paul, secretaris van de dienst Nationale Veiligheid, dienst President van Kameroen, en dit met betrekking tot genoemde zaak 6- Alle communicatie tussen de Belgische ambassadeur in Kameroen (zaakgelastigde), de Eerste Secretaris, en de Consul van genoemde Ambassade met het volgend bedrijf, en diens Administratoren, met betrekking tot genoemde zaak: Ndawara Highland Tea Estate, alsook met de volgende Administratoren van genoemd bedrijf: Baba Danpullo, Aminu Jibirin Danpullo 7- Alle communicatie tussen de Belgische ambassadeur in Kameroen (zaakgelastigde), de Eerste Secretaris, en de Consul van genoemde Ambassade met het volgend bedrijf, en diens Administratoren, met betrekking tot samenwerkingen tussen genoemd bedrijf en de Belgische 3 overheid: Ndawara Highland Tea Estate, alsook met de volgende Administratoren van genoemd bedrijf: Baba Danpullo, Aminu Jibirin Danpullo 8- Alle communicatie tussen de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken en diens FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met de volgende diensten in Kameroen met betrekking tot genoemde zaak van arrestatie, detentie en uitzetting: DGSN, DGRE, diensten van de President Kameroen, diensten van de Eerste Minister Kameroen 9- Alle communicatie tussen Belgische Minister van Buitenlandse Zaken en de FOD Buitenlandse Zaken en de FOD Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met de volgende personen in Kameroen met betrekking tot genoemde zaak: Atanga Nji Paul, secretaris van de dienst Nationale Veiligheid, dienst President van Kameroen 10- Alle communicatie tussen de Minister van Buitenlandse Zaken en de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met het volgend bedrijf, en diens Administratoren, met betrekking tot genoemde zaak: Ndawara Highland Tea Estate, en in bijzonder de volgende Administratoren van genoemd bedrijf: Baba Danpullo, Aminu Jibirin Danpullo 11- Alle communicatie tussen de Minister van Buitenlandse Zaken en de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met het volgend bedrijf, en diens Administratoren, met betrekking tot samenwerkingen tussen genoemd bedrijf en de Belgische overheid: Ndawara Highland Tea Estate, alsook met de volgende Administratoren van genoemd bedrijf: Baba Danpullo, Aminu Jibirin Danpullo 12- Alle communicatie tussen de Minister van Buitenlandse Zaken enerzijds en personeelsleden bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking anderzijds met betrekking tot genoemde zaak 13- Alle communicatie tussen de Belgische ambassadeur in Kameroen (zaakgelastigde), de Eerste Secretaris, de Consul van genoemde Ambassade, Minister van Buitenlandse Zaken en de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met de Europese Delegatie in Kameroen en de Amerikaanse Ambassade in Kameroen met betrekking tot genoemde zaak, en diens tussenkomsten in deze zaak. 4 14- de documenten die de weigeringsgronden formuleert om tussenbeide te komen in genoemde zaak, voor en na de tussenkomsten van de Europese Delegatie in Kameroen en de Amerikaanse Ambassade in Kameroen met betrekking tot genoemde zaak. Met betrekking tot “alle communicatie” verwijst de aanvrager onder andere naar: brieven en mails. De informatie wordt gevraagd voor de periode 1 maart 2016 tot en met vandaag. 1.2. Bij mail van 8 september 2016 ontvangt hij een ontvangstbevestiging van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. 1.3. Bij brief van 22 september 2016 kent de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en ontwikkelingssamenwerking de toegang tot de gevraagde documenten toe en staat toe dat de aanvrager kopij kan nemen. 1.4. Bij mail van 30 september 2016 bevestigt de aanvrager dat hij op 27 september 2016 toegang heeft gekregen tot een aantal van de gevraagde bestuursdocumenten. Uit zijn analyse leidt hij evenwel af dat hij geen toegang heeft gekregen tot alle gevraagde bestuursdocumenten en meer bepaald tot: - draft brief van het kabinet HRVP aan de Belgische ambassade in Kameroen (referentie van bestaan van dit document: mail Heeman Hans aan B1.4, 12 juli 2016) - officieel communicatie met DGRE (referentie van bestaan van dit document: mail Heeman Hans aan B1.4, CELAEBZ, C1.1, C1.2, 28 juni 2016). Hij meent dan ook dat slechts gedeeltelijk voldaan is aan zijn verzoek om toegang en dient een verzoek tot heroverweging in. Bij mail van dezelfde dag dient zij bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, een verzoek om advies in. 5 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de aanvraag ontvankelijk is. De adviesaanvrager heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en het verzoek om advies aan de Commissie. Ze wil wel opmerken dat het voorwerp van het advies beperkt is tot de bestuursdocumenten waarin geen toegang werd verleend. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). De Commissie stelt vast dat de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geen enkele uitzonderingsgrond heeft ingeroepen om de toegang tot beide bestuursdocumenten te weigeren. Alhoewel de aanvrager de toegang tot een groot aantal documenten heeft gevraagd, sluit de Commissie niet uit dat de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking niet de intentie had om de toegang tot deze bestuursdocumenten te weigeren, maar dat het niet ter beschikking stellen te wijten is aan een vergissing. Voor zover dit echter toch niet het geval zou zijn en de gevraagde bestuursdocumenten nog bestaan, is de Commissie van oordeel dat de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de toegang de weigering om 6 toegang te verlenen dient te motiveren op grond van de uitzonderingsgronden vermeld in artikel 6 van de wet van 11 april 1994. In elk geval is de Commissie van oordeel dat de aanvrager het vereiste belang heeft voor zover bepaalde informatie eventueel als een document van persoonlijke aard moet worden beschouwd voor zover deze informatie op hemzelf betrekking heeft. Brussel, 24 oktober 2016. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster