Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 1/2/2016
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 februari 2016 ADVIES 2016-10 met betrekking tot de weigering om toegang te geven tot het documenten van de verslaggever van het Genootschap van Notarissen Vlaams-Brabant naar aanleiding van een ingediende klacht (CTB/2016/07) 2 1. Een overzicht Op mail van 29 december 2015 vraagt de heer X aan notaris An-Katrien Van Laer, verslaggever van de kamer van notarissen van het genootschap van Vlaams-Brabant om een kopie van het horen i.e. het verweer (conclusie, stukken en verslag) van notaris Martine Robberechts. Bij mail van 12 januari 2016 weigert mevrouw An-Katrien Van Laer om toegang tot de gevraagde documenten te verlenen omdat wanneer de Kamer optreedt als tuchtoverheid, er geen openbaarheid van bestuur geldt. Omdat de aanvrager het niet eens is met dit standpunt dient de heer X bij mail van 13 januari 2016 een verzoek tot heroverweging in bij mevrouw An-Katrien Van Laer. Diezelfde dag dient hij bij mail ook een adviesaanvraag in bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie oordeelt dat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan mevrouw An-Katrien Van Laer en van het verzoek om advies aan de Commissie. Het verzoek om advies is bijgevolg ontvankelijk. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging 3 B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). De Commissie stelt vast dat de aanvrager zich heeft gericht tot notaris An-Katrien Van Laer die zelf niet kan beschouwd worden als een federale administratieve overheid in de zin van artikel 14 van de RvS- wet. De aanvrager had zijn verzoek moeten richten tot het Genootschap van Notarissen van Vlaams-Brabant. De Commissie is dan ook van mening dat de aanvraag noch het verzoek tot heroverweging op een correcte wijze ingediend werden. Zelfs indien dit het geval was, dan kan geen beroep worden gedaan op de wet van 11 april 1994 want wanneer het Genootschap van Notarissen Vlaams-Brabant optreedt als tuchtoverheid, kan het niet worden opgevat als een administratieve overheid in de zin van artikel 14, § 1 van de RvS- wet en kunnen de documenten die hiermee verband houden niet als bestuursdocumenten worden beschouwd. Brussel, 1 februari 2016. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster