Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 8/6/2015
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 8 juni 2015 ADVIES 2015-40 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van een aantal documenten met betrekking tot eventuele problemen met producten van Terumo (CTB/2015/37) 2 1. Een overzicht Bij mail van 1 juni 2015 vraagt mevrouw Maxie Eckert aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) om een kopie van documenten die verband houden met het onderzoek dat het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) vanaf maart 2015 voerde naar eventuele problemen met producten van het bedrijf Terumo en waarover het WIV werd geraadpleegd door het FAGG. Het gaat meer bepaald om o.m. volgende documenten: ‐ verslagen, nota's of rapporten opgesteld door diensten van het WIV over het rapport van het FAGG rond eventuele problemen met producten van Terumo; ‐ verslagen van overleg tussen het WIV met het FAGG naar aanleiding van het onderzoek naar de producten van Terumo; ‐ interne documenten zoals vergaderverslagen die verband houden met het onderzoek van het FAGG naar de eventuele problemen met producten van Terumo; ‐ de communicatie tussen het WIV en het FAGG die verband houdt met het onderzoek van het FAGG naar eventuele problemen met producten van Terumo; ‐ verslagen van overleg en communicatie zoals e‐mails tussen het WIV en andere binnenlandse autoriteiten en agentschappen dan het FAGG. In zijn mail van 1 juni 2005 meldt de heer Johan Peeters, algemeen directeur van het WIV dat in dit kader experten van het WIV-ISP het rapport dat werd opgesteld door het FAGG enkel hebben nagelezen (een soort van ‘review’), input hebben gegeven op basis van hun expertise, namelijk migratieproblematiek, chemische aspecten en toxicologische aspecten en hun opmerkingen per e-mail aan het FAGG hebben overgemaakt. Vervolgens heeft het FAGG het rapport gefinaliseerd. Verder verwijst hij de aanvraagster door naar het FAVV voor verdere informatie. Bij mail van 2 juni 2015 vraagt mevrouw Maxie Eckert dat het WIV zijn weigeringsbeslissing zou herzien en zij vraagt bij dezelfde mail de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik voor bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 3 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. De aanvrager heeft immers tegelijkertijd zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 een verzoek tot heroverweging ingediend bij het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en de Commissie om een advies verzocht. Ook al weigert het WIV niet expliciet de toegang tot de gevraagde documenten, toch blijkt uit het antwoord dat dit impliciet het geval is doordat het WIV de aanvrager doorverwijst. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Voor zover sommige van de gevraagde documenten bestaan, is de Commissie van mening dat ze als bestuursdocumenten moeten worden beschouwd. Het begrip bestuursdocument heeft immers betrekking op alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt. Dus ook e-mails vallen hieronder. De Commissie sluit niet uit dat bepaalde uitzonderingsgronden moeten worden ingeroepen, maar dit inroepen moet wel in concreto worden gemotiveerd en rekening houden met de specifieke voorwaarden die voor het inroepen van de uitzonderingsgronden geldt zoals een afweging van het publiek belang dat gediend is met de openbaarmaking of een schadetest, waarbij dient te worden nagegaan of de openbaarmaking 4 schade aan het vermelde belang toebrengt. Het komt echter in de eerste plaats het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid toe om die beoordeling te maken. Voor zover evenwel geen uitzonderingsgronden moeten of kunnen worden ingeroepen, is het WIV ertoe gehouden de gevraagde documenten openbaar te maken. Ten slotte wil de Commissie het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid herinneren aan het beginsel van de gedeeltelijke openbaarmaking dat zelf het logische gevolg is van het fundamenteel karakter van het grondrecht gegarandeerd door artikel 32 van de Grondwet. Slechts informatie die onder een uitzonderingsgrond valt en waarvan het inroepen van een uitzonderingsgrond afdoende is gemotiveerd, mag of moet aan de openbaarmaking worden onttrokken. Alle andere informatie moet vooralsnog openbaar worden gemaakt. Brussel, 8 juni 2015. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster