Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 8/6/2015
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 8 juni 2015 ADVIES 2015-36 met betrekking tot genomen beslissingen over de aanwezigheid van soldaten op het grondgebied van de stad Antwerpen (CTB/2015/33) 2 1. Een overzicht Bij aangetekende brief van 12 maart 2015 vraagt Jan Buelens, namens de VZW Coordination Nationale d’Action pour la Paix et la Démocratie om inzage te krijgen en kopie te mogen nemen van het dossier betreffende de aanwezigheid van soldaten van het Belgische leger op het grondgebied van de Stad Antwerpen. Bij brief van 27 maart 2015 meldt de secretaris van de stad Antwerpen dat de formele beslissing over de aanwezigheid van soldaten van het Belgische leger op het grondgebied van de stad Antwerpen werd genomen door de federale overheid en dat de operationele beslissingen bij de federale politie liggen. Hij heeft de aanvraag doorverwezen naar de overheid, waarvan hij vermoedt dat deze de gevraagde documenten in zijn bezit heeft. Omdat hij het niet eens is met dit standpunt, verzoekt de heer Jan Buelens bij brief van 18 mei 2015 dat de burgemeester van de stad Antwerpen zijn beslissing zou heroverwegen. Tegelijkertijd verzoekt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. De aanvrager heeft immers tegelijkertijd zoals artikel 9, § 1 van de wet van 12 november 1997 een verzoek tot heroverweging ingediend bij de burgemeester van Antwerpen en de Commissie om een advies verzocht. De Commissie is van oordeel dat aangezien de vraag betrekking heeft op documenten die verband houden met de bestuurlijke politie niet het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur van toepassing is, maar wel de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie wenst er vooreerst op te wijzen dat de beslissing over de aanvraag niet werd genomen door de bevoegde overheid. Op grond van 3 artikel 7 van de wet van 12 november 1997 moet de beslissing worden genomen door de bevoegde gemeentelijke administratieve overheid die naargelang de bevoegdheden de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen of de burgemeester is. Zoals de Commissie al eerder stelde, is het aangewezen dat in dit geval de burgemeester op een dergelijke vraag antwoordt, behoudens uitdrukkelijke delegatie. De Commissie treedt echter het standpunt bij dat in de beslissing werd gehuldigd, namelijk dat in geval de administratieve overheid niet in het bezit is van de gevraagde bestuursdocumenten, zij kan volstaan met de aanvrager door te verwijzen naar de administratieve overheid die naar haar informatie het document onder zich heeft. Brussel, 8 juni 2015. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster