Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 2/3/2015
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 2 maart 2015 ADVIES 2015-15 met betrekking tot de moeilijkheden die werden ondervonden om toegang te krijgen tot inspectieverslagen van het FAVV (CTB/2015/11) 2 1. Een overzicht Bij webformulier van 6 februari 2015 vraagt de heer Dieter De Cleene aan het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid een kopie van de verslagen van de inspecties die het FAVV uitvoert in slachthuizen (inzake infrastructuur, inrichting en hygiëne, hygiëne tijdens het slachten en dierenwelzijn), waarbij de beoordeling niet gunstig was zowel voor hoefdieren als voor pluimvee en konijnen voor de jaren 2013 en 2014. Hij preciseert daarbij de VEN- en/of CP-nummers van de operatoren waarop zijn aanvraag betrekking heeft. In een reactie van 6 februari 2015 meldt de heer Stefan Theuwis namens het FAVV dat de aanvrager ter plaatse opzoekingen kan komen doen en dat hij enkel kan beschikken over de meest recente inspectie en/of staalname per VEN, afhankelijk van het feit of die al dan niet met gunstig resultaat werd afgesloten. In zijn mail van 24 februari 2015 verduidelijkt de heer De Cleene dat hij graag een beeld wil krijgen van het soort inbreuken achter de negatieve beoordelingen. Daarom is het voor hem enkel van belang verslagen met een negatieve beoordeling te kunnen inkijken en hij vraagt het FAVV al op voorhand dat onderscheid te maken. Hij wenst ook meerdere verslagen te kunnen raadplegen niet enkel de meest recente. Verder benadrukt hij dat hij deze verslagen in kopie wenst te ontvangen. Hij verzoekt dan ook dat het FAVV zijn standpunt zou heroverwegen. Diezelfde dag vraagt hij bij mail ook dat de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten over deze zaak een advies zou uitbrengen. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. Het verzoek tot heroverweging aan FAVV en het verzoek om advies aan de Commissie werden immers tegelijkertijd ingediend zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur voorschrijft. De Commissie wenst wel op te merken dat het verzoek om advies niet ontvankelijk is voor zover de aanvraag betrekking heeft op milieu- informatie in de zin van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de 3 toegang van het publiek tot milieu-informatie. Deze wet sluit immers de toepassing van de wet van 11 april 1994 uit. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie stelt vast dat de aanvrager toegang vraagt tot bestuursdocumenten aanwezig in een databank in de vorm van een afschrift. Artikel 32 van de Grondwet bepaalt dat ieder het recht heeft elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134. Artikel 4, eerste lid van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur bepaalt dat het recht op het raadplegen van een bestuursdocument van een federale administratieve overheid en op het ontvangen van een afschrift van het document erin bestaat dat eenieder, volgens de voorwaarden bepaald in deze wet, elk bestuursdocument ter plaatse kan inzien, dienomtrent uitleg kan krijgen en mededeling in afschrift ervan kan ontvangen. Uit deze bepalingen blijkt dat het recht van toegang tot bestuursdocumenten op meerdere wijzen kan worden uitgeoefend en dat de keuze toekomt aan de aanvrager. Het is niet vereist dat de aanvrager voorafgaandelijk zijn inzagerecht moet uitoefenen vooraleer hij een kopie van een bestuursdocument kan ontvangen. Het FAVV miskent dan ook het fundamenteel recht van toegang tot bestuursdocumenten door geen rekening te houden met de wens van de vrager om zijn recht van toegang via het verkrijgen van een kopie uit te oefenen. Bovendien legt het FAVV een ernstige drempel op aan de aanvrager door te eisen dat hij zijn recht van toegang moet uitoefenen door inzage te nemen op een dinsdag- of donderdagvoormiddag en dit in Brussel. De Commissie stelt ook vast dat de aanvrager er zich over beklaagt dat het FAVV hem toegang wil geven tot alle verslagen, terwijl hij enkel verslagen wil van inspecties die ongunstig waren. De aanvrager heeft deze beperking meteen al in zijn aanvraag toegevoegd, zodat het element ‘ongunstig’ als een nadere omschrijving kan worden gezien van het voorwerp waarop hij zijn recht van toegang wenst uit te oefenen. Voor zover het FAVV dan ook niet kan aantonen dat deze precisering voor een onredelijke werkoverlast zorgt, is ze ertoe gehouden om rekening te houden met de aanvraag van de betrokkene. 4 De Commissie wil ten slotte opmerken dat het FAVV het recht van toegang tot inspectieverslagen niet kan beperken tot de meest recente voor elke instelling, maar dat het recht van toegang betrekking heeft op alle bestuursdocumenten waarover het FAVV beschikt. De Commissie meent dat er inhoudelijk geen redenen voorhanden zijn waarom het FAVV niet op het verzoek van de aanvrager zou ingaan. Het FAVV dient dan ook een kopie af te leveren van de gevraagde documenten, tenzij het in concreto kan aantonen dat het voldoen aan die aanvraag als kennelijk onredelijk moet worden beschouwd. Brussel, 2 maart 2015. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster