Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 28/7/2014
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 28 juli 2014 ADVIES 2014-63 met betrekking tot een weigering om toegang te verlenen tot stukken m.b.t. de evaluatie van resultaten (CTB/2014/53) 2 1. Een overzicht Bij aangetekende brief van 27 juni 2014 vraagt de heer X om inzage in de resultaten van de test en van de evaluatie van de resultaten van de test bevordering A4 Financiën stap 1 – BevorFinStap1Mei14 en een kopie van de motieven per resultaat waarop de evaluatie gebaseerd is. Bij mail 30 juni 2014 meldt SELOR de aanvrager dat het mogelijk is om een afspraak te maken voor inzage in de test in de lokalen van SELOR, waarbij hij de antwoorden die hij gegeven heeft, kan raadplegen evenals de gestelde vragen en waarbij hij eveneens vragen zal kunnen stellen aan de selectieverantwoordelijke. Hij zal evenwel niet de juiste antwoorden kunnen raadplegen, omdat deze testen het redeneervermogen van kandidaten evalueren en een inzicht geven in het gedrag dat iemand stelt van zodra deze persoon in dienst zal treden. Deze testen evalueren geen kennis waarop iemand kan slagen door studie. Redeneervermogen en gedragsgerichte competenties kunnen niet ingestudeerd worden, maar ontwikkelen zich op het terrein door ze te gebruiken. Indien de kandidaten die een kopie van hun test komen inkijken toegang hebben tot de juiste antwoorden gaat het doel van de test bij een volgende afname verloren, omdat er dan niet meer correct geëvalueerd wordt wat betreft het redeneervermogen en de capaciteiten van de kandidaten. In het geval van het inkijken van de juiste antwoorden, zal er bij een volgende afname vooral technische kennis die de kandidaten van de test hebben geëvalueerd worden en niet meer de generieke competenties. Omdat hij het niet eens zijn met dit standpunt dient de heer X bij brief van 7 juli 2014 een verzoek tot heroverweging in bij SELOR. Tegelijkertijd verzoekt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Het verzoek tot heroverweging gericht aan SELOR en het verzoek om advies aan de Commissie zijn immers tegelijkertijd ingediend. 3 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur kennen in principe een recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. Het recht geldt echter absoluut. De wet van 11 april 1994 bevat een reeds beperkingen en uitzonderingsgronden die – indien ze behoorlijk gemotiveerd zijn – ertoe kunnen leiden dat een federale administratieve overheid de toegang tot de gevraagde documenten moet of kan weigeren. De Commissie moet er wel op wijzen dat het recht van toegang zoals gegarandeerd door artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 slechts betrekking hebben op bestaande bestuursdocumenten. Het is dus maar in de mate er bestuursdocumenten bestaan waarop de aanvrager kan nagaan of een bepaald antwoord door SELOR als terecht als onterecht als onjuist of onvoldoende wordt beschouwd, dat het recht van toegang juridisch is gegarandeerd. Het is dan ook slechts voor zover deze documenten bestaan, dat het vervolg van dit advies moet worden gelezen. De Commissie moet in elk geval vaststellen dat de aanvrager gezien hij zelf deelnam aan het examen het vereiste belang heeft om de documenten die op hemzelf betrekking hebben in te zien. De Commissie stelt ook vast dat de aanvrager geen bestuursdocumenten wenst in te zien die op derden betrekking hebben. De Commissie stelt verder vast dat SELOR geen enkele uitzonderingsgrond inroept die de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur bevat om de openbaarmaking te weigeren. In die zin schendt ze bij haar weigering zowel de wet van 11 april 1994 als de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. Voor zover SELOR geen juridische grondslag kan aangeven en deze op behoorlijke wijze in concreto motiveert is ze ertoe gehouden de gevraagde informatie, voor zover die gematerialiseerd is, aan de aanvrager te bezorgen. Brussel, 28 juli 2014. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster