Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 30/6/2014
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 30 juni 2014 ADVIES 2014-54 met betrekking tot een weigering tot openbaarmaking van documenten met betrekking tot bevorderingen (CTB/2014/45) 2 1. Een overzicht Bij brief van 9 april 2014 verzochten de heren Thomas Eyskens en Arne Vandaele, namens de heer X, aan de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om naast een vraag om informatie een afschrift van volgende documenten te bezorgen: - het voorstel tot bevordering naar de 2de klasse van de carrière buitenlandse dienst door de minister (PORT 119); - de beslissing van de bevorderingen naar de tweede administratieve klasse van de carrière buitenlandse dienst door de koning; Bij brief van 12 mei 2014 vragen de heren Thomas Eyskens en Arne Vandaele in reactie op een brief van 3 mei 2014 waarin de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft meegedeeld dat de minister van Buitenlandse Zaken het voorstel tot bevordering naar de 2de administratieve klasse van de carrière buitenlandse dienst heeft bekrachtigd en dat de Koning op 31 maart 2014 een beslissing heeft genomen over de bevorderingen naar de 2de administratieve klasse van de carrière buitenlandse dienst, opnieuw om een kopie te ontvangen van beide documenten. Bij brief van 3 mei 2014 ontvangt de heer Thomas Eyskens van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een kopie van het voorstel tot bevordering naar de tweede administratieve klasse van de carrière buitenlandse dienst van het Directiecomité van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Een afschrift van het ontwerp van het bevorderingsbelsuit tot benoeming in de tweede administratieve klasse van de carrière buitenlandse dienst (alsook de door Minister en Koning ondertekende versie) kan niet worden meegedeeld omdat de openbaarmaking ervan afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer van de betrokken ambtenaren. De heer Thomas Eyskens en Arne Vandaele zijn het niet eens met deze weigering. Om die reden dienen zij bij brief van 11 juni 2014 een verzoek tot heroverweging in bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking en zij vragen 3 tegelijkertijd de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Het verzoek tot heroverweging gericht aan de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en het verzoek om advies aan de Commissie zijn immers tegelijkertijd ingediend. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts worden geweigerd op grond van beperkingen vermeld in de wet van 11 april 1994 en het inroepen ervan in concreto en op pertinente wijze kunnen worden gemotiveerd. De Commissie stelt vast dat de weigeringsbeslissing niet voldoende is gemotiveerd om de openbaarmaking van de gevraagde bestuursdocumenten te weigeren. De Commissie wenst er vooraf op te wijzen dat de aanvrager het vereiste belang heeft om toegang te krijgen tot documenten van persoonlijke aard die op de andere kandidaten voor de bevordering naar de tweede administratieve klasse van de carrière buitenlandse dienst betrekking heeft. De cliënt van de aanvragers was immers zelf kandidaat voor de bevordering. Het hebben van het vereiste belang is evenwel niet voldoende om ook toegang tot de gevraagde documenten te kunnen verkrijgen. Er moet immers nog worden nagegaan of niet één of meer uitzonderingsgronden moeten of kunnen worden ingeroepen om de openbaarmaking te weigeren. In casu roept de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in dat de openbaarmaking ervan afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer van de betrokken ambtenaren (artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994). De Commissie wil erop wijzen dat niet alle gegevens die op een persoon betrekking hebben 4 onder de bescherming van de persoonlijke levenssfeer vallen. Bovendien moet nog worden aangetoond dat de openbaarmaking van informatie die onder die bescherming valt, ook afbreuk doet aan die bescherming door op zijn minst te wijzen op de aard van de gegevens. Het spreekt voor zich dat via de motivering van de weigering tot openbaarmaking geen afbreuk mag worden verricht aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De Commissie wil bovendien wijzen op het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking op grond waarvan slechts informatie aan de openbaarheid kan worden onttrokken die onder een uitzonderingsgrond valt. Alle andere informatie in de gevraagde bestuursdocumenten moet dan ook openbaar worden gemaakt. Brussel, 30 juni 2014. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster