Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 28/3/2014
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 28 maart 2014 ADVIES 2014-33 met betrekking tot de impliciete weigering om toegang te verlenen tot documenten waarop een uitspraak is gebaseerd (CTB/2014/23) 2 1. Een overzicht Bij mail van 30 augustus 2013 vraagt de heer X aan de Minister van Financiën om een elektronisch afschrift van alle documenten te verkrijgen – op zichzelf of samen genomen - waarop de uitspraak is gebaseerd of waaruit kan afgeleid worden dat de uitspraak correct is dat het aantal personen die per jaar meer dan 150 dienstencheques gebruiken, zeer beperkt is (uitspraak van de Minister van Financiën in de commissie voor sociale zaken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 15 juli 2013). Omdat hij geen reactie krijgt op zijn verzoek, dient de heer X bij brief van 31 maart 2014 bij de Minister van Financiën een verzoek tot heroverweging in. Diezelfde dag verzoekt hij ook de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag Artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur bepaalt dat het verzoek tot heroverweging aan de betrokken federale administratieve overheid en het verzoek om advies aan de Commissie tegelijkertijd moeten worden ingediend. Zowel het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies werden op 31 maart 2014 ingediend. De Commissie is dan ook van mening dat voldaan is aan de vereiste van de gelijktijdigheid die artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 oplegt en dat de adviesaanvraag bijgevolg ontvankelijk is. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. Op grond hiervan kan een federale administratieve overheid de openbaarmaking van een bestuursdocument slechts weigeren op grond van beperkingen die bij wet zijn vastgelegd. Uitzonderingsgronden moeten of kunnen slechts worden ingeroepen voor zover ze hun grondslag vinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en het inroepen ervan in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. 3 De Commissie wil verder nog wijzen dat uit de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten ook voortvloeit dat alle informatie die niet onder een uitzonderingsgrond valt dan ook openbaar moet worden gemaakt. Brussel, 28 april 2014. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster