Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 3/3/2014
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 3 maart 2014 ADVIES 2014-20 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot documenten met betrekking tot een aanstelling als gerechtsdeurwaarder (CTB/2014/10) 2 1. Een overzicht Bij brief van 6 januari 2014 vragen de heren Arne Vandaele en Thomas Eyskens namens de heer X aan de FOD Justitie en aan de Minister van Justitie om het globaal advies van de Raad van de Arrondissementskamer ten aanzien van de andere kandidaten voor de betrekking van gerechtsdeurwaarder in het gerechtelijk arrondissement Brussel (1 Kantoor), zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 13 mei 2013 en een afschrift van het proces-verbaal van het onderhoud van 5 augustus 2013 voor de Raad van de Arondissementskamer. Omdat zij geen reactie krijgen op hun verzoek dienen de heren Arne Vandaele en Thomas Eyskens bij mail en brief van 11 februari 2014 een verzoek tot heroverweging in bij de FOD Justitie. Tegelijkertijd vragen zij ook de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. Een kopie van het verzoek tot heroverweging werd aan de Commissie bezorgd op 26 februari 2014, nadat het secretariaat van de Commissie had vastgesteld dat dit document niet tot de bijlagen behoorde die bij het verzoek om advies aan de Commissie waren bezorgd. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat de aanvraag om een advies ontvankelijk is omdat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de FOD Justitie en het verzoek om advies aan de Commissie in overeenstemming met artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. 3. Gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie wenst met nadruk te beklemtonen dat artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 in principe aan iedereen het recht van toegang tot bestuursdocumenten toekent. Slechts voor zover het belang ontbreekt om toegang te krijgen tot documenten van persoonlijke aard of wanneer één of meer uitzonderingsgronden vermeld in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 moet of kan worden ingeroepen, kan of 3 moet een administratieve overheid de toegang tot bestuursdocumenten weigeren. Aangezien de aanvrager zelf kandidaat was voor de betrekking is de Commissie van oordeel dat hij het door de wet vereiste belang heeft om toegang te krijgen tot de informatie die betrekking heeft op de andere kandidaten voor deze betrekking. Een globaal advies ten aanzien van andere kandidaten moet immers worden beschouwd als een document van persoonlijke aard, waarvoor de aanvrager een belang moet aantonen. Er kan niet in twijfel worden getrokken dat hij ook het vereiste belang heeft om toegang te krijgen tot documenten van persoonlijke aard die op hemzelf betrekking hebben. De Commissie sluit niet uit dat de Minister van Justitie of de FOD Justitie een of meer uitzonderingsgronden moet of kan inroepen om bepaalde informatie te weigeren. Dit is echter maar voor zover voldaan is aan de voorwaarden die de uitzonderingsgronden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 opleggen en het inroepen ervan in concreto wordt gemotiveerd. Brussel, 3 maart 2014. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster