Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 6/1/2014
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 6 januari 2014 ADVIES 2014-3 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot alle documenten m.b.t. een aangekondigde fusie van twee politiezones (CTB/2013/95) 2 1. Een overzicht Bij mail van 6 november 2013 vraagt de heer X aan de secretaris van de gemeente Willebroek om hem zo spoedig mogelijk een kopie over te maken van alle bestuursdocumenten/beslissingen die betrekking hebben op de door de burgemeesters van Willebroek en Mechelen aangekondigde fusie van hun beide politiezones. Bij mail van 21 november 2013 gecorrigeerd bij mail van 22 november 2013 antwoordt de gemeentesecretaris van Willebroek dat in de gemeente geen bestuursdocumenten met betrekking tot de voorgenomen fusie aanwezig zijn. De secretaris wijst de vraag om een kopie van de presentatie die op 25 oktober 2013 aan het college van burgemeester en schepenen werd gegeven af, omdat hij meent dat dit geen bestuursdocument is, dat het als niet af of onvolledig moet worden beschouwd, dat het document moet worden beschouwd een auteursrechtelijk beschermd werk te bevatten waarvoor de toestemming van de auteur vereist is om een kopie te verstrekken, de openbaarmaking afbreuk zou doen aan het geheim van de beraadslaging van het college van burgemeester en schepenen en het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van de vertrouwelijkheid van het handelen van beide gemeenten terwijl die noodzakelijk is voor de politieke besluitvorming. Tegen deze weigering dient de heer X bij mail van 5 december 2013 een verzoek tot heroverweging in bij de gemeente Willebroek. Hij verzoekt verzoekt tegelijkertijd bij mail de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie stelt vast dat het verzoek om advies ontvankelijk is. De aanvrager heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur op grond waarvan het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies tegelijkertijd moeten worden ingediend. 3 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Vooraleer de Commissie de weigeringsbeslissing inhoudelijk kan beoordelen dient zij te beoordelen of zij bevoegd is. Ze is namelijk enkel bevoegd om vragen om advies in het kader van een administratief beroep te behandelen in het kader van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en in het kader van de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten in de mate deze laatste wet nog van toepassing is. Door de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen werd de organieke bevoegdheid over de gemeenten toegewezen aan de gewesten. Dit heeft tot gevolg dat de nadere regels voor de toegang tot de bestuursdocumenten in de gemeenten in principe worden bepaald door de gewestwetgever. Op dit principe werd een uitzondering gemaakt voor de politie, de brandweer en de burgerlijke stand. De organieke bevoegdheid voor deze materies is federale materie gebleven en bijgevolg komt het ook de federale wetgever toe om de toegang tot de bestuursdocumenten inzake deze materies op lokaal niveau te organiseren. De Commissie kan bijgevolg besluiten dat zij bevoegd is en dat de aanvraag met betrekking tot de toegang tot bestuursdocumenten dient te verlopen op grond van de wet van 12 november 1997. In tegenstelling tot wat geldt ten aanzien van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur die de secretaris aanwijst als bevoegd orgaan om een beslissing te nemen over een vraag om een toegang tot een bestuursdocument, is dit niet het geval voor wat betreft de wet van 12 november 1997. Hier komt de bevoegdheid om te beslissing toe aan de gemeentelijke administratieve overheid die naargelang van het geval de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen of de burgemeester is, en niet aan de secretaris. Verder wenst de Commissie erop te wijzen dat de presentatie die aan het college van burgemeester en schepenen werd gegeven, als een bestuursdocument in de zin van de wet van 12 november 1997 moet worden beschouwd voor zover deze presentatie in het bezit is van de gemeentelijke administratieve overheid, ongeacht de vorm. Artikel 2, 2° van deze wet omschrijft immers een bestuursdocument als “alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt”. 4 Aangezien inhoudelijk zaken die verband houden met de politie als een federale materie moeten worden beschouwd, kan enkel rekening worden gehouden met de uitzonderingsgronden vermeld in artikel 6, § 1 en 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en niet de in het decreet van 26 maart 2004 vermelde uitzonderingsgronden. In dat geval moet worden opgemerkt dat een aantal ingeroepen uitzonderingsgronden niet voorkomen in dit artikel en dus hoegenaamd niet kunnen worden ingeroepen. Voor zover de presentatie kan worden beschouwd als een auteursrechtelijk beschermd werk, is de Commissie van oordeel dat slechts de toestemming van de auteursrechthebbende vereist is, wanneer deze een derde is. In haar adviezen (zie o.m. CTB/94/42; CTB/95/73; CTB/96/7; CTB/96/122 en CTB/2000/36 van 8 mei 2000) heeft de Commissie immers gesteld en uitvoerig beargumenteert dat indien een ruimere interpretatie zou worden gegeven aan artikel 9 van de wet van 11 april 1994 – bepaling die onder identieke bewoordingen is opgenomen in artikel 10 van de wet van 12 november 1997 – inbreuk zou worden gedaan aan het recht van toegang tot bestuursdocumenten zoals dit door artikel 32 van de Grondwet wordt gegarandeerd. Brussel, 6 januari 2014. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster