Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 8/7/2013
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 8 juli 2013 ADVIES 2013-24 met betrekking tot documenten over de verhuis van bepaalde diensten van de federale politie (CTB/2013/57) 2 1. Een overzicht Bij brief van 23 april 2013 vraagt de heer Koenraad Degroote aan de Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, en Staatssecretaris voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken om toegang tot de volledige dossiers met inbegrip van de adviezen van de minister/staatssecretaris over de verhuis van bepaalde diensten van de federale politie naar de gebouwen WTC3 en in het bijzonder RAC, zoals gebracht op de verschillende ministerraden gedurende de periode 2007-2013. Omdat hij geen reactie op zijn verzoek ontvangt, richt hij bij brief van 23 mei 2013 een verzoek tot heroverweging aan de Eerste Minister. Op 2 juli 2013 herhaalt hij zijn vraag om toegang. Bij brief van dezelfde datum vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, een advies hierover uit te brengen. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie stelt vast dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. Ook al heeft de aanvrager bij zijn verzoek tot heroverweging van 23 mei 2013 niet tegelijkertijd om een advies verzocht bij de Commissie, zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur voorschrijft, toch heeft hij een nieuw verzoek ingediend binnen de periode van vijfenveertig dagen dat wel aan de vereiste van de gelijktijdigheid voldoet. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie wenst er uitdrukkelijk op te wijzen dat een parlementslid op grond van de wet van 11 april 1994 dezelfde rechten als iedereen heeft om toegang te krijgen tot bestuursdocumenten. Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 gaan uit de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts worden geweigerd in twee gevallen, namelijk wanneer de aanvrager niet het vereiste belang aantoont dat 3 vereist is voor de toegang tot documenten van persoonlijke aard of wanneer bepaalde uitzonderingsgronden die bij wet zijn vastgelegd moeten of kunnen worden ingeroepen en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Voor zover de Staatssecretaris dan ook geen redenen kan inroept om de openbaarmaking te weigeren, is hij ertoe gehouden de gevraagde bestuursdocumenten aan de aanvrager te verstrekken. De Commissie wenst bovendien nog te wijzen op het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking. Zelfs als redenen zouden kunnen worden ingeroepen om de openbaarmaking te weigeren, dan geldt dat slechts voor de informatie die onder een uitzonderingsgrond valt. Alle andere informatie in de gevraagde bestuursdocumenten dient wel openbaar te worden gemaakt. Brussel, 8 juli 2013. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster