Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 10

Met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot een opmetingsplan

Date: 3/6/2013

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

    Afdeling openbaarheid van bestuur




                   3 juni 2013




               ADVIES 2013-10

 met betrekking tot de weigering om toegang te
        verlenen tot een opmetingsplan
                  (CTB/2013/43)
                                                                      2

   1. Een overzicht

Bij brief van 23 april 2013 vragen de heer en mevrouw X aan de FOD
Financiën om afschrift en inzage van het opmetingsplan van landmeter
VAN ROY van 8 juni 1992 met betrekking tot een perceel gelegen te
1860 Meise, Oppernkerkstraat, toen kadastraal gekend als: Sectie G nr.
214A217209F218B211C.

De FOD Financiën stuurt op 23 april 2013 een ontvangstmelding.

Bij brief van 25 april 2013 antwoordt de FOD Financiën dat de zij niet
gemachtigd is om de toegang te verlenen tot het gevraagde documenten,
omdat de landmeter de exclusieve producent is van zijn
opmetingsplannen en bijgevolg de eigenaar van de intellectuele rechten
ervan.

Thomas Ryckalts meldt schriftelijk namens de heer en mevrouw X op 29
april 2013 aan de FOD Financiën dat hij het niet eens is met het
standpunt van de FOD Financiën en dat op zijn minst inzage moet
worden gegeven in het gevraagde document.

Op 30 april 2013 bevestigt de heer Thomas Ryckalts nogmaals dat hij het
standpunt van de FOD Financiën niet bijtreedt.

Bij brief van 8 mei 2013 verzoekt de heer Thomas Ryckalts dat de FOD
Financiën zijn verzoek zou overwegen. Diezelfde dag vraagt hij de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd, om een advies.

Telefonisch en per mail van 22 mei 2013 bevestigt mevrouw Julie
Lauwers van het advocatenkantoor Orys Advocaten dat zij ondertussen
het gevraagde bestuursdocument heeft ontvangen. In een later
toegestuurde mail blijkt dat bij mail van 15 mei 2013 de FOD Financiën
het gevraagde document bezorgt aan het advocatenkantoor Orys
Advocaten.

Bij mail van 26 mei 2013 vragen de heer en mevrouw X de FOD
Financiën vooralsnog persoonlijk inzage te kunnen nemen in het
authentieke exemplaar. Daarbij vragen zij ook om bijkomende
                                                                       3

informatie, namelijk de datum waarop het bewuste afpalingsplan door de
FOD Financiën werd geregistreerd en de naam van de destijds bevoegde
ambtenaar.

Bij mail van 29 mei 2013 liet de FOD Financiën de heer en mevrouw X
weten dat de vraag is doorgestuurd aan de bevoegde dienst.

Bij mail van 30 mei 2013 ontvangen de heer en mevrouw X dat voor
zover het opmetingsplan werd geregistreerd, zij zich dienen te wenden
tot het bevoegde registratiekantoor te Vilvoorde en als het plan gehecht
was aan de akte, onderworpen aan de hypothecaire inschrijving bij de
Hypotheekbewaring, Brussel VI.

De heer X leest in die mail een weigeringsbeslissing en vraagt via mail
van 2 juni 2013 vooralsnog een advies over het inzagerecht m.b.t. alle
bestuursdocumenten. Hij meldt de Commissie ook dat op 16 mei 2013
om 14u15 de samenwerking met Thomas Ryckalts van advocatenkantoor
Orys werd stopgezet. Hij meent dan ook dat de Commissie ten onrechte
rekening heeft gehouden met de mail van 22 mei 2013 van mevrouw
Lauwers.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie stelt vast dat de aanvrager bij brief van 29 april 2013
meldt dat hij het niet eens is met het standpunt van de FOD Financiën.
Aangezien de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van
bestuur geen andere eisen stelt dan dat de verzoeker moeilijkheden
ondervindt om de raadpleging van een bestuursdocument te verkrijgen
moet de brief van 29 april 2013 worden beschouwd als het verzoek tot
heroverweging. Op dat moment werd echter geen verzoek om advies bij
de Commissie ingediend. Dit was evenmin het geval voor de brief van 30
april 2013. De Commissie stelt echter vast dat de aanvrager binnen de
termijn waarbinnen de Commissie een advies kan afleveren een nieuw
verzoek tot heroverweging heeft ingediend op 8 mei 2013 en dat hij in
overeenstemming met artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994
betreffende de openbaarheid van bestuur gelijktijdig ook een verzoek om
advies heeft ingediend.

De Commissie is bijgevolg van mening dat het verzoek om advies
ontvankelijk is voor zover de vraag om advies betrekking heeft op het
                                                                      4

opmetingsplan. Het verzoek om advies is echter niet ontvankelijk voor
zover de vraag betrekking heeft op andere informatie die niet in de
oorspronkelijke aanvraag werd vermeld, zoals de datum waarop het
bewuste afpalingsplan door de FOD Financiën werd geregistreerd en de
naam van de destijds bevoegde ambtenaar.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

De Commissie stelt vast dat de FOD Financiën grotendeels tegemoet
gekomen is aan de oorspronkelijke vraag van de aanvrager, namelijk door
een kopie te verstrekken van het opmetingsplan van landmeter VAN
ROY van 8 juni 1992 met betrekking tot een perceel gelegen te 1860
Meise, Oppernkerkstraat, toen kadastraal gekend als: Sectie G nr.
214A217209F218B211C. Zij stelt ook vast dat de FOD Financiën niet
langer een principieel bezwaar heeft geuit tegen de uitoefening van het
inzagerecht en hem daartoe adressen aanreikt waar hij dit kan
uitoefenen. De Commissie is dan ook van mening dat het verzoek om
advies niet gegrond is.




Brussel, 3 juni 2013.




   F. SCHRAM                                           M. BAGUET
   secretaris                                          voorzitster