Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 13/8/2012
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 augustus 2012 ADVIES 2012-62 met betrekking tot de toegang tot de checklist inspecties van één jaar voor wat betreft de pittazaken en tot FOODWEB (CTB/2012/56) 2 1. Een overzicht Bij brief van 8 mei 2012 vraagt de heer Frédéric Krenc, namens zijn cliënt de CVBA Test-Aankoop, aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) om een kopie van de “checklist inspecties” van het meest recent volledig verwerkte jaar voor de pittazaken. Indien hierop niet kan worden ingegaan wenst hij toegang tot FOODWEB te krijgen. Bij brief van 30 mei 2012 weigert het FAVV de toegang op grond van artikel 6, § 3, 3° van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het gaat om een groot aantal missies die afzonderlijk geopend dienen te worden om de betreffende checklist erin op te zoeken. Het systeem is niet uitgebouwd in die zin dat met één klik op de knop alle documenten beschikbaar zijn. Elke missie bestaat uit één of meerdere inspectieverslagen (die 2 tot 50 bladzijden kunnen bevatten) en moet bijgevolg afzonderlijk geopend worden om elk document te raadplegen teneinde de “checklist inspecties” te bekomen en vervolgens te printen. Bovendien dient elke bladzijde van de “checklist inspecties” ter hand genomen te worden en volledig worden doorgelezen om na te gaan of het document informatie bevat die onder één van de uitzonderingsgronden van de wet van 11 april 1994 valt. In voorkomend geval, dient zulke informatie onleesbaar te worden gemaakt. De missies zijn per sector gerangschikt (in casu gaat het om de sector HORECA). Eerst moet men, op basis van de activiteit van de operatoren, opzoeken welke missienummers betrekking hebben op pittazaken. De toegang tot de FOODWEB database wordt geweigerd, vooral omwille van de bescherming van de privacy van de operatoren. Omdat hij het niet eens is met dat standpunt, richt de heer Krenc bij brief van 12 juli 2012 een verzoek tot heroverweging aan het FAVV. Hij stuurt diezelfde dag een verzoek om advies aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. 2. Ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie stelt vast dat voldaan is aan de wettelijke vereiste om de Commissie te vatten, namelijk dat het verzoek tot heroverweging aan het 3 FAVV en het verzoek om advies aan de Commissie tegelijkertijd zijn verstuurd. De Commissie wenst er wel op te wijzen dat zij geen uitspraak doet over de toegang tot milieu-informatie die eventueel in de gevraagde bestuursdocumenten aanwezig is. Op deze informatie is immers de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu- informatie van toepassing, wat de toepassing van de wet van 11 april 1994 uitsluit. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. Uit artikel 32 van de Grondwet vloeit ook voort dat een bestuur zich zo moet organiseren dat het kan voldoen aan een vraag tot openbaarmaking wanneer daarom wordt gevraagd. Het FAVV werd opgericht door de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Aangezien artikel 32 van de Grondwet al sinds 1 januari 1995 het principe van de openbaarheid vooropstelt, kan het FAVV er zich moeilijk op beroepen dat haar databank niet zo is ingericht dat toegang tot de daarin aanwezige bestuursdocumenten kan worden verleend. Bij de ontwikkeling van zijn databanken had het FAVV zich zo moeten organiseren dat het kon voldoen aan de vereisten van het fundamenteel recht op openbaarheid. De Commissie beveelt het FAVV dan ook met aandrang aan om zo snel mogelijk hiervan werk te maken, zeker nu de problemen zich steeds duidelijker stellen. Ten aanzien van het respect van de grondrechten hoort de overheid ook een voorbeeldfunctie te vervullen. Bovendien stelt de Commissie vast dat het FAVV niet afdoende in concreto aantoont dat de aanvraag kennelijk onredelijk is. Zo ontbreekt een duidelijke berekening van de werklast en de invloed ervan op de werking van het FAVV, waaruit zou moeten blijken dat de aanvraag als kennelijk onredelijk kan worden beschouwd. De Commissie wenst er verder op te wijzen dat FOODWEB als een bestuursdocument moet worden opgevat en dat de toegang tot FOODWEB enkel op grond van de uitzonderingsgronden in de wet van 4 11 april 1994 kan worden geweigerd. Het FAVV weigert in hoofdzaak de toegang tot FOODWEB omwille van de bescherming van de privacy van de operatoren. De uitzonderingsgrond met betrekking tot de bescherming van de privacy is slechts in te roepen wanneer wordt aangetoond dat de openbaarmaking afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer en dit in concreto ook wordt gemotiveerd. Bovendien is de uitzonderingsgrond in artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994 in principe enkel van toepassing wat betreft natuurlijke personen en niet ten aanzien van rechtspersonen. Omwille van het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking kan de weigering van de toegang tot FOODWEB dan ook niet afdoende worden gemotiveerd door louter te verwijzen naar de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Brussel, 13 augustus 2012. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter