Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 9/7/2012
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 9 juli 2012 ADVIES 2012-52 met betrekking tot de toegang tot notificaties van de Ministerraad (CTB/2012/46) 2 1. Een overzicht Bij mail van 3 juli 2012 vraagt de heer X aan de FOD Kanselarij van de Eerste Minister om een afschrift op elektronische wijze van de notulen en/of de beslissingsfiches van de ministerraad van 23 maart 2012 en van de ministerraad van 25 mei 2012, met betrekking tot het agendapunt ter goedkeuring van een KB dat de verlenging van het ouderschapsverlof toestaat. Bij mail van 3 juli 2012 wijst de directeur-generaal van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister erop dat het dossier ook werd besproken op de Ministerraad van 3 februari 2012 en 15 maart 2012. Deze besprekingen hebben geen aanleiding gegeven tot een perscommuniqué. Op de Ministerraad van 23 maart 2012 werd het dossier intermediair goedgekeurd, met de bedoeling om het advies van de Raad van State te vragen. Het dossier werd definitief goedgekeurd op de Ministerraad van 25 mei 2012. Deze eindbeslissing gaf aanleiding tot de ondertekening van het besluit op 31 mei 2012. Het besluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 juni 2012, tweede editie, p. 31.496). Verder wordt de aanvrager doorverwezen naar de technisch bevoegde Minister(s), hun woordvoerder(s) of hun overheidsdienst(en). Wat de toegang tot de “notulen of beslissingsfiches” betreft, wordt gesteld dat artikel 6, § 2, 3° van de wet van 11 april 1994 de openbaarmaking in de weg staat. In bijlage van de mail bezorgt hij de aanvrager het perscommuniqué uitgegeven n.a.v. de Ministerraad van 23 maart 2012 en het perscommuniqué uitgegeven n.a.v. de Raad van 25 mei 2012 en de notificatie van de eindbeslissing op 25 mei 2012. Omdat niet wordt ingegaan op zijn vraag om toegang te krijgen tot de notificaties van de ministerraad van 23 maart en van 25 mei 2012 dient de aanvrager als bijlage bij een mail van 6 juli 2012 een verzoek tot heroverweging in. Tegelijkertijd vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. Er moet echter worden vastgesteld dat de aanvrager hier het voorwerp van zijn verzoek uitbreidt tot “de agenda, de notulen/het verslag en de beslissingsfiche van de ministerraden van 23 maart 2012 en van 25 mei 2012, telkens beperkt tot het punt dat betrekking heef top de verlenging van het ouderschapsverlof tot vier maanden”. 3 Bij mail van 6 juli 2012 brengt de directeur-generaal van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister nog volgende elementen aan die de Commissie meeneemt in haar advies: - er bestaan enkel notificaties van de ministerraad; andere documenten bestaan niet bij de FOD Kanselarij van de Eerste Minister; - niet de notificatie is een bestuursdocument, maar wel het koninklijk besluit dat uiteindelijk werd ondertekend en bekend gemaakt. Het rechtscheppend karakter voor de burger zit niet in de notificatie, maar wel in het koninklijk besluit. De opeenvolgende ontwerpversies van een ontwerp van besluit berusten op het betrokken vakdepartement of op het kabinet van de betrokken vakminister (in casu WASO/Mevr. De Coninck). De aanvrager dient zich dan ook te wenden tot de vakminister om de opeenvolgende ‘werk-versies’ te verkrijgen. - Een belangenafweging is gebeurd, ook al is ze niet vermeld. - Een beraadslaging die het voorwerp heeft uitgemaakt van een openbaarmaking kan niet worden geacht geheim te zijn. Om die reden wordt bij de eindbeslissing ook een communiqué uitgegeven, en daarvan heeft de aanvrager de bewuste notificatie verkregen. - Het is ook de eind-notificatie die aan het Parlement wordt bezorgd die een evaluatie ex post uitvoert. In bijlage ontvangt de aanvrager nog een kopie van het blad van het register openbaarheid van bestuur m.b.t. de aanvraag. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van mening dat het verzoek om advies ontvankelijk is voor zover het verzoek om toegang en het verzoek tot heroverweging hetzelfde voorwerp hebben, namelijk de “notulen/het verslag en de beslissingsfiche (…) telkens beperkt tot het punt dat betrekking heeft op de verlenging van het ouderschapsverlof tot vier maanden.” De verzoeker heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de FOD Kanselarij van de Eerste Minister en het verzoek om advies aan de Commissie. Voor zover het verzoek betrekking heeft op de agenda van de ministerraad is het verzoek om advies niet ontvankelijk, omdat dit 4 slechts voor het eerst werd gevraagd in het verzoek tot heroverweging van 6 juli 2012. 3. De gegrondheid van de aanvraag Uit de toelichting die de directeur-generaal van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister in zijn mail van 6 juli 2012 aan de aanvrager en aan de Commissie heeft bezorgd, blijkt dat er van de ministerraad slechts notificaties bestaan. Het recht van toegang zoals gegarandeerd door artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur bestaat slechts ten aanzien van bestaande documenten. Ten onrechte beweert de directeur-generaal echter dat het document waarin de notificaties van de ministerraad zijn opgenomen, geen bestuursdocument is in de zin van de wet van 11 april 1994. Dit kan niet worden bijgetreden: een bestuursdocument is immers om het even welke informatie, ongeacht de vorm, waarover een administratieve overheid beschikt. Bij de FOD Kanselarij blijken geen andere documenten die betrekking hebben op de ministerraad te worden bewaard. Aangezien in een notificatie geen informatie is opgenomen die de individuele standpunten van de regeringsleden weergeeft, kan volgens de Commissie dan ook niet met nuttig gevolg artikel 6, § 2, 3° van de wet van 11 april 1994 worden ingeroepen, dat luidt als volgt: “Een federale of niet-federale administratieve overheid wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument, die met toepassing van deze wet is gedaan, af, wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk doet (…) aan het geheim van de beraadslagingen van de federale Regering en van de verantwoordelijke overheden die afhangen van de federale uitvoerende macht, of waarbij een federale overheid betrokken is.”, des te meer nu het koninklijk besluit al werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De Commissie stelt vast dat de FOD Kanselarij van de Eerste Minister de notificatie van 25 mei 2012 ter beschikking heeft gesteld en bijgevolg komt enkel nog het document waarin de notificatie van de ministerraad van 23 maart 2012 met betrekking tot de opgegeven inhoud is opgenomen in aanmerking om openbaar te worden gemaakt. Voor zover de FOD Kanselarij geen uitzonderingsgronden inroept en het inroepen 5 ervan in concreto en op pertinente wijze motiveert, is ze ertoe gehouden de gevraagde informatie met betrekking die notificatie openbaar te maken. De Commissie ziet echter geen reden om de openbaarmaking van deze notificatie te weigeren. Voor zover de aanvrager andere documenten op het oog zou hebben, moet worden vastgesteld dat deze niet in het bezit zijn van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister. In overeenstemming met artikel 5, tweede lid van de wet van 11 april 1994 heeft de FOD Kanselarij van de Eerste Minister doorverwezen naar de bevoegde vakminister en de bevoegde federale overheidsdienst waar een aanvraag om toegang tot deze documenten kan worden ingediend. Wel laat de FOD Kanselarij van de Eerste Minister na om het adres te vermelden waarheen de aanvrager zich dient te wenden, alhoewel de wet dit voorschrijft. Brussel, 9 juli 2012. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter