Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 10/12/2012
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 10 december 2012 ADVIES 2012-100 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot documenten in het bezit van de FOD Financiën (CTB/2012/94) 2 1. Een overzicht Bij mail van 23 oktober 2012 verzoekt de heer X aan de FOD Financiën om hem mee te delen “waar en op welke boekhoudkundige en financiële rekeningen van de feitelijke vereniging DBL Leuven (…) en de feitelijke vereniging (…) KHLIM (…) onze eigendom al die tijd gestaan heeft, meer alle stavingsstukken, interne overheidscommunicatie met Meester CORYN en SLAGMULDERS inbegrepen die onze persoon betreffen gezien hun betrokkenheid bij illegale aanwending van nonappropriate accounts welke volgens ontkenning FOD BUDGET niet opgenomen zijn in de federale boekhouding?”. Daarnaast blijkt uit de aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, bezorgde briefwisseling dat er nog heel wat andere verzoeken om toegang tot o.m. zijn persoonlijk dossier werden ingediend. Bij mail van 25 oktober 2012 weigert de FOD Financiën in elk geval toegang te geven tot de op 23 oktober 2012 gevraagde documenten omdat de aanvrager voor bepaalde van die documenten geen belang aantoont of omdat de gevraagde documenten niet bestaan. De Commissie stelt vast dat de aanvrager wel degelijk tot bepaalde documenten toegang heeft gekregen. Zijn verzoek betreft dus andere documenten. Bij mail van zondag 11 november 2012 dient de heer X tegen die beslissing bij de FOD Financiën een verzoek tot heroverweging in. Diezelfde dag vraagt hij ook bij mail aan de Commissie om een advies. Noch uit het verzoek tot heroverweging noch uit het verzoek om advies is echter duidelijk wat het precieze voorwerp is van deze verzoeken. Op een vraag van het secretariaat van de Commissie om zijn aanvraag om advies te verduidelijken, stelt de aanvrager dat zijn verzoek voldoende precies is en dat hij alle documenten aan de Commissie heeft bezorgd. Op een nieuwe aanvraag tot verduidelijking wordt door de aanvrager niet gereageerd. 3 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van mening dat het verzoek om advies niet ontvankelijk is. Ook al stelt de wet van 11 april 1994 geen specifieke vereisten ten aanzien van het verzoek om advies, toch mag tenminste worden verwacht dat de aanvrager voldoende duidelijkheid verschaft over het precieze voorwerp van zijn verzoek om advies. Dit is in dit geval niet zo. De Commissie stelt vast dat het opschrift van de e-mail van 11 november 2012 (“heroverweging RPB 1 weigering inzage stukken feitelijke vereniging 001‐5164897‐14 fiscale fraude naar aanleiding openbaarheid stukken feitelijke vereniging khlim die zich uitgeeft voor vzw”) niet overeenstemt met de vraag die op 23 oktober 2012 aan de fiscale administratie was gesteld. Ook op een vraag tot verduidelijking wordt niet afdoende of niet gereageerd door de aanvrager. Bovendien bevat de mail heel wat irrelevante informatie die veeleer vertroebelt dan verduidelijkt wat de aanvrager precies wenst. Niets belet evenwel dat de aanvrager de procedure overdoet, waarbij hij dan in zijn aanvraag duidelijk dient te vermelden welke stukken hij wenst in te zien, of waarbij hij ten minste duidelijk maakt op welke aangelegenheden de gevraagde bestuursdocumenten betrekking hebben. Wanneer hierop niet wordt ingegaan, kan hij de administratieve beroepsprocedure aanwenden, waarbij hij een verzoek tot heroverweging richt aan de administratieve overheid en een verzoek om advies aan de Commissie. Brussel, 10 december 2012. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter