Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 13/2/2012
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 februari 2012 ADVIES 2012-10 met betrekking tot de openbaarheid van de documenten in een bevorderingsdossier (CTB/2012/7) 2 1. Een overzicht Bij brief van 20 december 2011 vraagt de heer X aan het Directiecomité van de FOD Financiën om inzage en kopie van de resultaten van een computergestuurde test voor de betrekking waaraan de titel van directeur is verbonden en van de exacte quoteringen die werden gegeven bij de verschillende selectietesten en de globale rangschikking ten opzichte van de andere kandidaten. Omdat hij geen reactie krijgt op zijn verzoek om toegang vraagt de heer X bij brief van 17 januari 2012 aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. Bij brief van dezelfde dag verzoekt hij de FOD Financiën om zijn beslissing te heroverwegen. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van mening dat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de FOD Financiën en het verzoek om advies aan de Commissie. 3. De gegrondheid van de aanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. In principe moet de aanvrager geen belang aantonen, tenzij voor de toegang tot documenten van persoonlijke aard. Een document van persoonlijke aard wordt door de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gedefinieerd als een “bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan berokkenen” (art. 1, tweede lid, 3° van de wet van 11 april 1994). De Commissie stelt vast dat de aanvrager het vereiste belang heeft om toegang te krijgen tot alle gevraagde documenten met betrekking tot de verschillende testen. 3 De toegang tot bestuursdocumenten kan voor het overige enkel worden geweigerd voor zover één of meer uitzonderingsgronden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 moeten of kunnen worden ingeroepen en dit behoorlijk en in concreto kan worden gemotiveerd. De Commissie stelt vast dat de FOD Financiën geen uitzonderingsgrond inroept die in de wet van 11 april 1994 is terug te vinden. De Commissie wenst er alvast op te wijzen dat de uitzonderingsgrond van artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994, op grond waarvan de openbaarmaking moet worden geweigerd als de administratieve overheid vaststelt dat de openbaarmaking afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer, niet kan worden ingeroepen voor zover de informatie op de persoonlijke levenssfeer van de aanvrager zelf betrekking heeft. Deze uitzonderingsgrond kan evenmin worden ingeroepen voor zover de gegevens betrekking hebben op de globale rangschikking ten opzichte van de andere kandidaten. Voor zover de informatie eventueel betrekking zou hebben op persoonlijkheidskenmerken van andere kandidaten en de openbaarmaking hiervan afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer, moet de FOD Financiën de toegang tot deze informatie weigeren. Ten slotte benadrukt de Commissie dat zelfs wanneer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen, informatie die niet onder een uitzonderingsgrond valt, niettemin moet openbaar worden gemaakt. Brussel, 13 februari 2012. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter