Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 14/3/2011
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 maart 2011 ADVIES 2011-34 over de weigering om toegang te verlenen tot de verantwoording van een selectieresultaat (CTB/2011/33) 2 1. Een overzicht Op 14 januari 2011 vroegen de heer Dirk Lindemans en de heer Thomas Eyskens, namens de heer X, aan de NMBS Holding bij aangetekende brief om te vernemen op welke gronden hun cliënt op de 86ste plaats is gerangschikt voor de selectieproef voor de betrekking van onderstationchef specialiteit ‘cargo’. Op hun aanvraag wordt door de NMBS Holding niet gereageerd. Bij aangetekende brief van 24 februari 2011 dienen de heer Dirk Lindemans en de heer Thomas Eyskens, namens de heer X, een verzoek tot heroverweging in. Bij aangetekende brief van dezelfde datum vroegen zij ook de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Er is immers voldaan aan het vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies, dat door artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur wordt opgelegd. Voor zover het om documenten van persoonlijke aard gaat, hebben de aanvragers slechts het vereiste belang m.b.t. de documenten die op hun cliënt betrekking hebben. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. De toegang kan enkel worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingen kunnen of moeten worden ingeroepen. Voor zover dit niet het geval is, moet de NMBS Holding de toegang tot deze bestuursdocumenten mogelijk maken, tenzij zij één of meer uitzonderingen kan of moet inroepen en deze in concreto en op pertinente wijze kan motiveren. De Commissie wenst erop te wijzen dat 3 de uitzonderingsgrond van artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994, op grond waarvan een federale administratieve overheid de openbaarmaking moet weigeren als er afbreuk wordt gedaan aan de persoonlijke levenssfeer, niet kan inroepen ten aanzien van de aanvrager en de informatie die op zijn persoon betrekking heeft. De Commissie wenst de NMBS Holding ook te herinneren aan het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking op grond waarvan zij slechts de openbaarmaking kan weigeren van informatie die onder een uitzonderingsgrond valt. Alle overige informatie moet worden openbaar gemaakt. Brussel, 14 maart 2011. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter