Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 6/6/2011
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 6 juni 2011 ADVIES 2011-284 over de weigering om toegang te verlenen tot alle processen-verbaal die werden opgemaakt naar aanleiding van controles inzake verkiezingen van vertegenwoordigers (CTB/2011/277) 2 1. Een overzicht Bij brief van 21 april 2011 verzocht mevrouw Nicole van Ranst, namens haar cliënt, het Verbond der Vlaamse Tandartsen vzw (VTT) aan het RIZIV om raadpleging en mededeling van een afschrift van alle processen-verbaal die werden opgemaakt naar aanleiding van de controles bedoeld in artikel 3, § 2, voorlaatste lid van het ministerieel besluit van 23 februari 2011 tot vaststelling van de praktische organisatie van de verkiezingen van vertegenwoordigers van de tandartsen zoals bedoeld in artikel 212 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. In zijn brief van 2 mei 2011 meldt het RIZIV aan de aanvrager:“het proces-verbaal van vaststelling van onze Gerechtsdeurwaarder betreffende de tandartsen die meer dan één keer voorkomen op de ledenlijsten van de verschillende beroepsorganisaties zal naar de verschillende beroepsorganisaties gestuurd worden wanneer de beslissingen definitief zijn geworden. Dit proces-verbaal is geschreven voor alle beroepsorganisaties samen.” Bij brief van 12 mei 2011 dient mevrouw Nicole van Ranst een verzoek tot heroverweging in. Diezelfde dag stuurt ze ook een verzoek om advies aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Er is immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies. De Commissie is van mening dat de aanvrager geen belang moet aantonen omdat de gevraagde bestuursdocumenten niet als documenten van persoonlijke aard kunnen worden beschouwd. 3 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. Slechts voor zover bij de wet van 11 april 1994 bepaalde uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen en deze in concreto en op pertinente wijze kunnen worden gemotiveerd, kan de toegang tot bepaalde informatie worden geweigerd. De Commissie stelt vast dat het RIZIV impliciet de toegang tot de gevraagde processen-verbaal weigert en slechts verwijst naar een globaliserend proces-verbaal waarvan de openbaarmaking in het vooruitzicht wordt gesteld nadat de beslissingen definitief zijn geworden. Dit globaliserend proces-verbaal blijkt trouwens niet eens het voorwerp van de aanvraag uit te maken. In elk geval kan de toegang tot de gevraagde processen-verbaal niet worden onderworpen aan de voorwaarde dat de beslissingen definitief moeten zijn geworden. Dit is immers geen uitzonderingsgrond die in de wet van 11 april 1994 is opgenomen. Voor zover het RIZIV geen andere bij wet bepaalde uitzonderingsgrond moet of kan inroepen, is ze ertoe gehouden toegang te verlenen tot de gevraagde bestuursdocumenten. De Commissie wenst er op te wijzen dat eventueel persoonsgegevens onder de uitzonderingsgrond van artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994 kunnen vallen, op grond waarvan een federale administratieve overheid de openbaarmaking moet weigeren wanneer de openbaarheid afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer. Brussel, 6 juni 2011. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter