Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 11/4/2011
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 11 april 2011 ADVIES 2011-191 Over de weigering om toegang te verlenen tot de documenten die werden opgesteld in het kader van een voorafgaand onderzoek gevoerd overeenkomstig artikel 27 van de wet van 13 mei 1999 (CTB/2011/234) 2 1. Een overzicht Bij brief van 3 november 2010 vraagt de heer X aan de Minister van Binnenlandse Zaken om inzage en afschrift te krijgen van het dossier dat werd opgesteld in het kader van een voorafgaand onderzoek dat overeenkomstig artikel 27 van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten werd gevoerd. Bij brief van 30 november 2010 herhaalt de heer Geudens zijn verzoek om toegang. De termijn waarbinnen de minister haar antwoord ter kennis kan brengen van de aanvrager is op dat moment nog niet beëindigd. Het antwoord van de minister wordt bij brief 23 december 2010 aan de heer X meegedeeld. Uit die brief blijkt dat de aanvraag niet werd beoordeeld op grond van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, maar op grond van de verplichtingen die voortvloeien uit het tuchtstatuut dat op de personeelsleden van de politiediensten van toepassing is. Op 27 december 2010 vraagt de heer X de Minister van Binnenlandse Zaken opnieuw om inzage en afschrift te krijgen van het dossier dat werd opgesteld in het kader van een voorafgaand onderzoek dat overeenkomstig artikel 27 van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten werd gevoerd. Bij brief van 28 februari 2011 dient de heer X een “verzoek tot heroverweging” in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en hij richt diezelfde dag een verzoek om advies aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. Bij brief van 29 maart 2011 trekt de aanvrager zijn verzoek tot heroverweging en zijn verzoek om advies in. Bij brief van 30 maart 2011 dient hij een nieuw verzoek tot heroverweging in en tegelijkertijd vraagt hij de Commissie om een advies. Bij brief van 31 maart 2011 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken gewezen op een aantal onregelmatigheden in de procedure. Ze stelt dat in elk geval geen toegang tot de gevraagde documenten zal worden 3 gegeven “gelet dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van de geheimhouding van de identiteit en de inlichtingen die vertrouwelijk aan de administratieve overheid werden meegedeeld”. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat het verzoek om advies niet ontvankelijk is. De aanvrager heeft immers, in tegenstelling tot wat artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur voorschrijft, zijn verzoek tot heroverweging bij de minister en zijn verzoek om advies bij de Commissie niet tegelijkertijd ingediend. De Commissie stelt immers vast dat de minister in haar brief van 23 december 2010 niet is ingegaan op het verzoek tot openbaarmaking van de gevraagde documenten. De brief van 27 december 2011 moet dan ook worden gezien als het verzoek tot heroverweging. Op dat moment heeft de aanvrager geen verzoek om advies ingediend bij de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten. Krachtens de wet zelf ontstaat 45 dagen na het indienen van een verzoek tot heroverweging een negatieve weigeringsbeslissing. De verzoeker heeft nagelaten zijn verzoek tot heroverweging van 27 december in te trekken vóór die periode was verstreken. Tegen de impliciete weigeringsbeslissing staat enkel nog een beroep open bij de Raad van State. Niets belet de aanvrager echter een nieuw verzoek in te dienen. Ondervindt hij dan opnieuw moeilijkheden om toegang te krijgen tot de gevraagde bestuursdocumenten, dan kan hij vooralsnog de administratieve beroepsprocedure instellen, waarbij hij tegelijkertijd een verzoek tot heroverweging aan de minister en een verzoek om advies tot de Commissie richt. Brussel, 11 april 2011. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter