Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 10/1/2011
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 10 januari 2011 ADVIES 2011-01 over de weigering om toegang te verlenen tot fiscale documenten uitgewisseld tussen de FOD Financiën en het parket (CTB/2010/69) 2 1. Een overzicht Bij brief van 29 november 2010 vragen mevrouw X en de heer Y aan de FOD Financiën om inzage en afschrift van de fiscale stukken die, voor niet-fiscale doeleinden, werden uitgewisseld tussen de gewestelijke directie taxatie te Leuven met de procureur des Konings te Leuven, de heer Ivo Carmen, en de procureur generaal te Brussel, de heer Marc Delecourt. Bij brief van 29 november 2010 richten de aanvragers ook een verzoek om advies aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. Het secretariaat van de Commissie ontving de adviesaanvraag op 6 december 2010. Bij brief van 7 december 2010 heeft de secretaris de aanvragers verzocht om de ontbrekende stukken aan de Commissie te bezorgen. Hierop werd door de aanvragers niet gereageerd. 2. Ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de aanvraag niet ontvankelijk is. Een vraag om advies kan door een particulier aan de Commissie slechts worden gericht onder de voorwaarden van artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. Dit betekent dat een adviesaanvraag moet plaatsvinden in het kader van een administratieve beroepsprocedure tegen een expliciete of impliciete weigering om in te gaan op een verzoek om toegang. Een verzoek om advies aan de Commissie is noodzakelijk verbonden aan het gelijktijdig indienen van een verzoek tot heroverweging bij de fiscale administratie. 3 Uit de elementen in het dossier waarover de Commissie beschikt, blijkt dat de vraag om toegang van 29 november 2010 moet worden beschouwd als de initiële aanvraag. Het fiscaal bestuur dient vervolgens binnen een termijn van dertig dagen een beslissing aan de aanvrager kenbaar te maken. Pas wanneer dit antwoord binnen de door de wet bepaalde termijn uitblijft of wanneer de aanvrager andere moeilijkheden ondervindt om toegang te krijgen tot bestuursdocumenten, kan hij de administratieve beroepsprocedure instellen. Brussel, 10 januari 2011. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter