Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 14/12/2009
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-96 over de weigering om toegang te geven tot collectieve arbeidsovereenkomsten onder de voorwaarden van de wet van 11 april 1994 en de daarbij horende tariefregeling (CTB/2009/99) 2 1. Een overzicht Op 20 november 2009 vraagt de heer Herman Claus bij mail aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg om een kopie van de CAO van 5 maart 2009 op grond van het koninklijk Besluit van 17 augustus 2007 tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument of een document met milieu-informatie en niet op grond van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten. Bij mail van 24 november 2009 stelt de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg dat de wet van 11 april 1994 niet van toepassing is op de niet-algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten. Bovendien wordt ingeroepen dat de wet van 11 april 1994 geen afbreuk wenst te doen aan wetsbepalingen die in een ruimere openbaarheid van bestuur voorzien en dat het koninklijk besluit van 7 november 1969 als een dergelijke regeling moet worden beschouwd. Bij mail van 9 december 2009 dient de heer Claus een verzoek tot heroverweging in en hij vraagt diezelfde dag bij mail aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De adviesaanvraag werd tegelijkertijd ingediend met het verzoek tot heroverweging, zodat aan de wettelijke voorwaarde van de gelijktijdigheid zoals die is gesteld in artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, werd voldaan. Aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op een document van persoonlijke aard, moet de aanvrager geen belang aantonen. De aanvraag om advies is bijgevolg ontvankelijk. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de weigeringsbeslissing van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg een tegenstrijdigheid bevat. Ofwel is een niet-algemeen verbindend verklaarde collectieve 3 arbeidsovereenkomst geen bestuursdocument en is de wet van 11 april 1994 niet van toepassing en kan ze bijgevolg niet worden ingeroepen, ofwel moet het document wel worden gekwalificeerd als een bestuursdocument en kan een beroep worden gedaan op de bepalingen van de wet van 11 april 1994. De Commissie is van mening dat voor zover de niet-algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten in het bezit zijn van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en deze hierover beschikt, zij moeten worden beschouwd als bestuursdocumenten in de zin van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. Om van een bestuursdocument te spreken is het immers niet relevant wie dergelijk document tot stand heeft gebracht. Artikel 13 van de wet van 11 april 1994 bepaalt dat deze wet geen afbreuk doet aan de wetsbepalingen die in een ruimere openbaarheid van bestuur voorzien. Om artikel 13 in te kunnen inroepen is wel vereist dat de gunstigere regeling aanwezig is in een formele wetsbepaling en bijgevolg niet in een koninklijk besluit. De Commissie is dan ook van mening dat het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten niet kan worden beschouwd als een regeling die een ruimere openbaarheid bevat die aan de vereisten van artikel 13 van de wet van 11 april 1994 voldoet. Het feit dat een document moet beschouwd worden als een bestuursdocument in de zin van de wet van 11 april 1994 betekent nog niet dat op het verkrijgen ervan geen specifieke vergoedingsregelingen van toepassing kunnen zijn voor zover die door de koning zijn vastgelegd. Om echter in overeenstemming te zijn met de geest van artikel 32 van de Grondwet mogen deze vergoedingen geen hindernis vormen voor de uitoefening van de in dit artikel vervatte grondrecht en dienen ze redelijk te zijn. De Commissie stelt vast dat de tarifering vastgelegd in het KB van 17 augustus 2007 tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument of een document met milieu-informatie heel wat voordeliger is dan deze in het KB van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten, zodat het in bepaalde omstandigheden om een 4 hindernis kan gaan. Zolang echter het KB van 7 november 1969 niet is opgeheven, dient de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg echter dit specifieke KB met de daarin vervatte tarifering toe te passen. Brussel, 14 december 2009. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter