Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 19/10/2009
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 19 oktober 2009 ADVIES 2009-68 over de weigering om toegang te geven tot een fiscaal dossier (CTB/2009/73) 2 1. Een overzicht Bij brief van 18 augustus 2009 vroeg dhr. X, namens de vennootschappen Y, Z en M om een kopie van de strafrechtelijke aangifte aan het parket in het dossier aan de Gewestelijk directeur, Controlecentrum Herentals van de FOD Financiën. Bij brief van 24 augustus 2009 weigerde de FOD Financiën het verzoek op grond van het feit dat een eventuele klacht bij het Parket geen bestuursdocument is zoals bedoeld in de wetgeving openbaarheid van bestuur. Bij brief van 10 september 2009 diende de heer X een verzoek tot heroverweging in bij de FOD Financiën en hij vroeg tegelijkertijd om een advies aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. Het secretariaat van de Commissie ontving de adviesaanvraag op 14 september 2009. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie stelt vast dat het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies gelijktijdig werden ingediend, zodat aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid, is voldaan. De aanvrager moet geen belang aantonen voor zover de gevraagde informatie in het document enkel betrekking heeft op rechtspersonen. Voor zover echter de informatie betrekking heeft op een natuurlijke persoon, moet wel een belang worden aangetoond. In casu blijkt de advocaat die de aanvraag om toegang heeft ingediend enkel de vennootschappen vertegenwoordigt. Hij wordt dan ook niet geacht het vereiste belang te hebben voor zover de informatie zou betrekking hebben op een beoordeling of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan berokkenen” (art. 1, tweede lid, 3° van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur). 3 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat een kopie van de klacht neergelegd door de FOD Financiën bij het parket - in tegenstelling tot processen- verbaal opgesteld door onder meer politiediensten en neergelegd bij het parket - niet kan worden beschouwd als een gerechtelijk document. Het gaat om een bestuursdocument, omdat een bestuursdocument door de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur wordt omschreven als “alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt”. Het komt de fiscale administratie bijgevolg toe na te gaan of er één of meer uitzonderingsgronden moeten of kunnen worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6, §§ 1, 2 en 3 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. De Commissie wenst er wel op te wijzen dat de fiscale administratie het inroepen van een uitzonderingsgrond wel in concreto en op pertinente wijze moet motiveren. Zo zal de fiscale administratie onder meer moeten nagaan of het gevraagde bestuursdocument informatie bevat waarvan zij de openbaarmaking moet weigeren, omdat zij heeft vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van de opsporing of vervolging van strafbare feiten (art. 6, § 1, 5°). Brussel, 19 oktober 2009. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter