Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 48

Over de weigering om toegang te verlenen tot het verslag van de preventieambtenaar en de beslissing tot het treffen van maatregelen als gevolg van dit verslag

Date: 13/7/2009

Transposition

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

       Afdeling openbaarheid van bestuur




                      13 juli 2009




                  ADVIES 2009-48

  over de weigering om toegang te verlenen tot het
verslag van de preventieambtenaar en de beslissing tot
het treffen van maatregelen als gevolg van dit verslag

                     (CTB/2009/54)
                                                                        2

   1. Een overzicht

Op 5 juni 2009 vroeg mevrouw X, namens haar cliënt, dhr. Y om een
kopie van de beslissingen die, in voorkomend geval, het College en/of de
gemeenteraad van de gemeente Jette heeft genomen als gevolg van het
verslag van Dr. Z over de klacht ingediend door de heer Y. In uitvoering
van artikel 29 van het Koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de
voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk,
waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
dient de gemeente Jette de klager in kennis te stellen van de individuele
maatregelen die zij overweegt te nemen in verband met de klacht.
Daarnaast vraagt mevrouw X ook een afschrift van het advies van de
preventieadviseur met zijn bijlagen.

Omdat zij geen antwoord kreeg binnen de termijn van dertig dagen na
haar aanvraag, dient zij de gemeente Jette een verzoek tot heroverweging
in en vraagt tegelijkertijd de Commissie voor de toegang tot
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna de
Commissie genoemd, om een advies in deze zaak uit te brengen.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

Los van de vraag of de federale Commissie nog wel bevoegd is om
adviezen af te leveren wanneer de adviesaanvraag betrekking heeft op
een vraag om toegang tot bestuursdocumenten in het bezit van een
gemeente gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, merkt de
Commissie op dat artikel 9, § 1 van de wet van 12 november 1997
betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten
vereist dat de vraag tot heroverweging aan de gemeente Jette en het
verzoek om advies aan de Commissie gelijktijdig worden ingediend. De
Commissie stelt vast dat aan deze voorwaarde werd voldaan en dat de
termijn waarbinnen het bestuur haar antwoord aan de aanvrager had
moeten bezorgen voorbij is. De Commissie wil er wel op wijzen dat de
vraag om toegang tot bestuursdocumenten op grond van de wet van 12
november 1997 enkel betrekking heeft op bestaande documenten. Voor
zover bepaalde van de gevraagde bestuursdocumenten niet bestaan, is de
gemeente Jette er wel toe gehouden om dit expliciet en in concreto aan
te geven.
                                                                        3

Onmiskenbaar zijn de gevraagde bestuursdocumenten “documenten van
persoonlijke aard” waarvoor een belang is vereist. Een document van
persoonlijke aard is “een bestuursdocument dat een beoordeling of een
waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk
identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag
waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan
berokkenen” (artikel 2, tweede lid, 3° van de wet van 12 november
1997). Omdat de aanvrager toegang vraagt tot documenten van
persoonlijke aard die op hemzelf betrekking hebben, heeft hij het
vereiste belang.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 12 november 1997
betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten
gaan uit van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten.
Slechts    als    de     gemeentelijke     administratieve      overheid
uitzonderingsgronden die in een wet of een ordonnantie zijn
opgenomen, inroept en deze in concreto en op pertinente wijze kan
motiveren, moet of kan zij de openbaarmaking weigeren. De Commissie
meent dat de uitzonderingsgrond van artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11
april 1994 eventueel de weigering tot de openbaarmaking van bepaalde
informatie kan rechtvaardigen voor zover de gemeente in concreto en op
pertinente wijze kan aantonen dat de openbaarmaking van die
informatie afbreuk kan doen aan de persoonlijke levenssfeer. In elk geval
kan deze uitzonderingsgrond niet worden ingeroepen ten aanzien van
informatie die op de persoonlijke levenssfeer van de aanvrager
betrekking heeft. Ook kan niet alles onder de persoonlijke levenssfeer
van derden worden gebracht: de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer is immers zeer persoonsgebonden en moet in concreto
worden beoordeeld. Bovendien vereist het inroepen van de
uitzonderingsgrond dat er effectief afbreuk wordt gedaan door de
openbaarmaking aan die bescherming.
                                                                   4

De Commissie wenst erop te wijzen dat op grond van artikel 7, tweede
lid van de wet van 12 november 1997 slechts die informatie aan de
openbaarmaking kan worden onttrokken die effectief onder een
uitzonderingsgrond valt. De overige informatie moet wel openbaar
worden gemaakt.




Brussel, 13 juli 2009.




   F. SCHRAM                                           J. BAERT
   secretaris                                         voorzitter