Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 15/6/2009
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 15 juni 2009 ADVIES 2009-41 Over de weigering tot openbaarmaking van twee voorstellen van akkoordverklaring van de FOD Financiën (CTB/2009/46) 2 1. Een overzicht De heer X, boekhouder-fiscalist, vraagt namens Y alvast via mail van 19 maart 2009 (zie brief van de FOD Financiën, d.d. 10 april 2009) om twee voorstellen tot akkoordverklaring m.b.t. de bezwaarschriften 010-04- 08/023785 (aanslagjaar 2005) en 010-04-08/02378 (aanslagjaar 2006) die uitgaan van de FOD Financiën te raadplegen en er een kopie van te ontvangen. Uit de briefwisseling van de heer X aan de FOD Financiën blijkt dat er zelfs meerdere e-mails werden verstuurd voor de brief van 25 maart 2009 (zie brief 25 maart 2009). Op de brief van 25 maart 2009 wordt formeel geantwoord door de FOD Financiën bij brief van 10 april 2009. De toegang tot de gevraagde documenten wordt geweigerd op grond van de vaststelling dat de vraag betrekking heeft op niet-bestaande bestuursdocumenten. Dhr. X reageert bij brief van 17 april 2009 op de weigering. Deze brief moet bijgevolg worden beschouwd als het verzoek tot heroverweging in de zin van de wet van 11 april 1994. Op dat ogenblik wordt niet tegelijkertijd een verzoek om advies gestuurd aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur. Bij brief van 12 mei 2009 verwerpt de fiscale administratie opnieuw de vraag om toegang. Er dient wel te worden opgemerkt dat de fiscale administratie hier voortijdig heeft gereageerd op het verzoek tot heroverweging. Zij had immers tenminste 30 dagen het advies van de Commissie moeten afwachten. Bij aangetekende brief van 8 juni 2009 wendt dhr. X zich opnieuw tot de fiscale administratie en hij vraagt de Commissie om in deze zaak een advies uit te brengen. Hij laat evenwel na aan te tonen dat hij gemandateerd is door de BVBA. Bovendien heeft hij bijna een maand laten voorbijgaan sinds hij de reactie van de fiscale administratie heeft ontvangen. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie wenst er vooreerst op wijzen dat de aanvrager heeft nagelaten aan te tonen dat hij gemandateerd is om zich namens zijn cliënt tot de Commissie te wenden. De Commissie heeft in verschillende adviezen verduidelijkt dat enkel een advocaat wordt geacht zijn cliënt te vertegenwoordigen zonder dat hij zijn machtiging moet aantonen. 3 Los van de vraag of de aanvrager als gemandateerde van de BVBA kan optreden, is de Commissie van mening dat de adviesaanvraag niet ontvankelijk is. De Commissie vast immers vast dat de aanvrager al met zijn brief van 17 april 2009 een verzoek tot heroverweging heeft ingediend en daarbij heeft nagelaten een verzoek om advies te vragen aan de Commissie. De wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur bepaalt immers in artikel 8, § 2 uitdrukkelijk dat het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies tegelijkertijd moeten zijn ingediend. De wet legt geen formele eisen aan het verzoek tot heroverweging op, zodat de Commissie hieruit afleidt dat elke vorm van schriftelijke communicatie, waarbij de aanvrager erover klaagt dat niet aan zijn verzoek tot toegang is voldaan, als een verzoek tot heroverweging moet worden opgevat. Hij heeft ook niet de moeite gedaan om tijdig de onregelmatigheid van de ongelijktijdigheid te herstellen. Brussel, 15 juni 2009. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter