Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 20/4/2009
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 20 april 2009 ADVIES 2009-19 over een vraag om toegang tot de stukken uit een selectiedossier (CTB/2009/25) 2 1. Een overzicht Op 26 februari 2009 kreeg dhr. X inzage in zijn dossier m.b.t. de selectie van Nederlandstalige onderluitenanten (niveau A) voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en meer specifiek van het Franstalig profiel van 20 december 2007 en het Nederlandstalig profiel van 23 juni 2008. Hij ontving een bundel documenten dat niet alle stukken bevatte. Hij kreeg geen toegang tot het OPQprofiel, maar kon slechts vaststellen dat dit profiel bestaat. Over zijn specifieke vraag om toegang te krijgen tot beide profielen richtte hij expliciet een nieuwe vraag aan SELOR op 4 maart 2009. Op 6 maart 2009 stelde SELOR dat het OPQprofiel niet kon worden meegedeeld in afschrift omwille van het feit dat het een auteursrechtelijk beschermd werk is waarvoor de toestemming van de auteursrechthebbende vereist is. Bij mail van 13 maart 2009 werd een verzoek tot heroverweging ingediend bij Selor en op 14 maart 2009 een verzoek om advies gericht aan de Commissie. Bij mail van 21 maart 2009 werd een nieuw verzoek tot heroverweging en een nieuw verzoek om advies ingediend en werd het oorspronkelijk verzoek tot heroverweging ingetrokken. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De adviesaanvraag werd tegelijkertijd ingediend met het verzoek tot heroverweging zodat aan de wettelijke voorwaarde van de gelijktijdigheid zoals die is gesteld in artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid, werd voldaan. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van elk bestuursdocument. Een bestuursdocument is “alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt”. De beide OPQprofielen zijn zonder enige twijfel bestuursdocumenten in de zin van artikel 1, tweede lid, 2° van de wet van 11 april 1994. 3 De Commissie stelt vast dat SELOR weigert om een kopie te geven van deze profielen op grond van artikel 9 van de wet van 11 april 1994. Dit artikel stelt dat het bestaan van een auteursrechtelijk beschermd werk in een bestuursdocument geen reden vormt om de inzage en het recht op uitleg te weigeren. Enkel wat de vraag om een kopie van een auteursrechtelijk beschermd werk betreft stelt de wet dat de mededeling in afschrift van een auteursrechtelijk beschermd werk niet is toegestaan tenzij met voorafgaande toestemming van de maker of van de persoon aan wie de rechten van deze zijn overgedragen. De Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten heeft steeds geoordeeld dat wanneer een auteursrechtelijk beschermd werk aanwezig is in een bestuursdocument geen toestemming van de auteursrechthebbende is vereist wanneer het auteursrecht bij een administratieve overheid of bij een van haar ambtenaren berust. Anders oordelen zou immers het grondrecht zoals gegarandeerd door artikel 32 van de Grondwet heel sterk uithollen. Enkel wanneer het auteursrechtelijk beschermd recht bij een derde berust, is de toestemming van de auteursrechthebbende vereist. De Commissie wenst er echter op te wijzen dat het auteursrecht niet absoluut geldt en zelfs in het geval het auteursrechtelijk beschermd recht bij een derde berust, rekening dient te worden gehouden met de uitzonderingsgronden aanwezig in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. De Commissie stelt vast dat SELOR niet duidelijk maakt wie de houder is van het intellectueel recht en zij evenmin nagaat of één van de uitzonderingsgronden op het auteursrecht niet kan worden ingeroepen, tenminste als mocht vaststaan dat het intellectueel recht bij een derde zou berusten. De Commissie wenst er SELOR op te wijzen dat voor zover zij gebruik maakt van documenten die een auteursrechtelijk beschermd werk bevatten en deze documenten worden aangewend om haar publiekrechtelijke taak uit te voeren, zij er alles aan dient te doen om de vermogensrechten over dit auteursrechtelijk werk te verwerven zodat zij volledig tegemoet kan komen aan het grondrecht dat door artikel 32 van de Grondwet wordt gegarandeerd. 4 De Commissie wil er SELOR ook uitdrukkelijk op wijzen dat een aanvrager ook daadwerkelijk zijn recht van inzage moet kunnen uitoefenen. Dit betekent dat best in overleg een datum wordt vastgelegd waarbinnen de aanvrager zijn recht kan uitoefenen en dat hij daarbij voldoende tijd krijgt om de documenten door te nemen in omstandigheden die voldoende comfortabel zijn. Brussel, 20 april 2009. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter