Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 16/3/2009
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 maart 2009 ADVIES 2009-14 over een vraag om toegang tot de stukken uit het fiscaal dossier (CTB/2009/21) 2 1. Een overzicht Bij brief van 17 februari 2009 vroegen X en Y namens hun cliënt, mevrouw Z, om toegang tot haar fiscaal dossier. Bij brief van 20 februari 2009 weigerde de fiscale administratie, B.B.I. Inspectie Antwerpen 3, de toegang op grond van artikel 6, § 1, 5° van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, « omdat het dossier zich in de opsporingsfase bevindt waaruit strafbare feiten blijken ». Bij brief van 4 maart 2009 vroegen de raadslieden de fiscale administratie haar beslissing te heroverwegen en diezelfde dag vroegen zij bij aangetekende brief de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna de Commissie, om een advies. Deze adviesaanvraag werd door het secretariaat van de Commissie op 9 maart 2009 ontvangen. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De adviesaanvraag werd tegelijkertijd ingediend met het verzoek tot heroverweging, zodat aan de wettelijke voorwaarde van de gelijktijdigheid - zoals die is gesteld in artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid - werd voldaan. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de motivering van de fiscale administratie niet afdoende is. Ook al sluit de Commissie helemaal niet uit dat de uitzonderingsgrond van artikel 6, § 1, 5° van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur moet worden ingeroepen om de openbaarmaking te weigeren, toch kan deze uitzonderingsgrond slechts worden ingeroepen voor zover met concrete elementen uit de zaak en op pertinente wijze wordt aangetoond dat de openbaarmaking schade zou toebrengen aan de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Bovendien moet nog worden aangetoond dat in casu het belang van de openbaarmaking zwaarder doorweegt dan het beschermde belang. Voor zover dan ook de fiscale administratie deze aspecten voldoende weet te motiveren, is de Commissie van mening dat 3 bepaalde informatie of bepaalde bestuursdocumenten uit het fiscaal dossier van betrokkene kunnen worden geweigerd. De Commissie wenst echter te wijzen op het feit dat slechts die informatie aan de openbaarmaking kan worden onttrokken die effectief onder een uitzonderingsgrond valt en dat alle andere informatie in een bestuursdocument openbaar moet worden gemaakt. Brussel, 16 maart 2009. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter