Table des matières

Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions

Beslissing FBC 1

Over de gedeeltelijke weigering om toegang te geven tot documenten m.b.t. het illegaal transport van tropisch hout

Date: 23/5/2016

Transposition

 Federale Beroepscommissie voor de
   toegang tot milieu-informatie




                       23 mei 2016




               BESLISSING nr. 2016-1

 over de gedeeltelijke weigering om toegang te geven tot
documenten m.b.t. het illegaal transport van tropisch hout

                      (FBC/2013/10)

GREENPEACE/FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE
           VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
                                                                            2

   1. Een overzicht

1.1 Bij mail van 9 oktober 2013 vraagt de heer X, namens Greenpeace,
aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu om toegang tot volgende documenten:
- alle beschikbare informatie waarop de FOD Leefmilieu zich heeft gebaseerd
om het hout dat op 24 april 2013 werd geleverd door de MV Chopin in
Antwerpen afkomstig uit de Democratische Republiek Congo met het
merkteken “BBC” van de Bakri Bois Corporation in beslag te nemen en weer
vrij te geven;
- alle correspondentie (brief en mail) met andere bevoegde Belgische
overheidsdepartementen en –instanties (waaronder de douane) met betrekking
tot het hout in kwestie;
- alle correspondentie (brief en mail) met de bevoegde overheidsdepartementen
en –instanties in DRC met betrekking tot het hout in kwestie;
- alle correspondentie (brief en mail) met de bevoegde overheidsdepartementen
en –instanties in andere Europese lidstaten met betrekking tot het hout in
kwestie;
- alle correspondentie (brief en mail) over het hout in kwestie met de
betrokken bedrijven;
- een verslag van de bijeenkomst van de EUTR competente autoriteiten van de
EU-lidstaten op 24 september 2013.

1.2 Bij mail van 7 november 2013 weigert de FOD Volksgezondheid,
Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu gedeeltelijk de
openbaarmaking van de gevraagde informatie.

Ze meldt dat zij slechts een deel van de gevraagde documenten kan
bezorgen: sommige bijlagen van de verzoenden e-mails konden niet
worden doorgegeven en sommige tekstfragmenten werden geschrapt,
omdat ze als informatie wordt beschouwd die onvoltooid is of die niet af
is en waarvan de openbaarmaking aanleiding kan geven tot misvatting.
De behandeling van deze klacht is namelijk nog steeds lopende in andere
lidstaten van de Europese Unie. Dit maakt dat bepaalde documenten of
delen van documenten aanleiding zouden kunnen geven tot misvatting
als ze nu openbaar gemaakt worden. Verdere informatie zal kunnen
worden bekomen zodra het dossier afgerond zal zijn. Deze beslissing
werd genomen na het afwegen van de belangen: het algemeen belang dat
is gediend met de openbaarmaking van deze informatie weegt niet op
tegen het specifieke belang dat is gediend met de weigering om het
openbaar te maken.
                                                                       3

Ook werden de gegevens van de betrokken bedrijven geschrapt en wordt
geweigerd de commerciële informatie te verspreiden, omdat ze als
vertrouwelijke informatie wordt beschouwd overeenkomstig artikel 27, §
1, 7° van de wet van 5 augustus 2006. Ook hier geldt dat het algemeen
belang dat is gediend met de openbaarmaking van deze informatie niet
opweegt tegen het belang van het behoud van de vertrouwelijkheid,
omdat het verspreiden van deze informatie de concurrentiële situatie van
de betrokken bedrijven in gevaar zou kunnen brengen.

Verder geeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen
en Leefmilieu aan dat volgende informatie niet bestaat: correspondentie
met de bevoegde overheidsdepartementen en –instanties in DRC met
betrekking tot het hout in kwestie in het bezit van de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, alle
correspondentie (brief en mail) over het hout in kwestie met de
betrokken bedrijven en het Verslag van de bijeenkomst van de EUTR
competente autoriteiten van de EU-lidstaten op 24 september 2013 voor
zover de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu dit verslag nog niet heeft ontvangen.

1.3 Bij mail van 18 november 2013 dient de heer X namens Greenpeace
een beroep in tegen deze gedeeltelijke weigeringsbeslissing van de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bij de
Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie,
hierna Commissie genoemd.

1.4 Via mail heeft het secretariaat van de Commissie aan de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
gevraagd om haar de gevraagde documenten te bezorgen en eventueel in
haar nota haar standpunt verder toe te lichten.

1.5 Bij mail van 2 december 2013 ontvangt de Commissie van de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu de
gevraagde documenten, nadat zij op vrijdag 29 november 2013 ook een
nota had gekregen waarin de situatie kort werd toegelicht.

1.6 Op haar zitting van 2 december 2013 beslist de Commissie dat het
beroep ontvankelijk, maar niet gegrond is. Ze is immers van oordeel dat
de informatie die het voorwerp uitmaakt van het beroep hoofdzakelijk
                                                                        4

beperkt is tot namen van bedrijven, instellingen en personen. Deze
kunnen niet als milieu-informatie worden beschouwd.

1.7 In het arrest nr. 234.269 van 25 maart 2016 heeft de Raad van State
op verzoek van vzw Greenpeace Belgium geoordeeld dat de
weigeringsbeslissing ondeugdelijk was gemotiveerd. Het arrest stelt dat
noch uit de bestreden beslissing, noch uit de stukken van het
administratief dossier blijkt dat de Commissie bij het nemen van haar
beslissing een voldoende afweging heeft gemaakt van de relevantie van
de identiteit vn de bij de zaak betrokken instanties, personen en
ondernemingen voor de in het geding zijnde milieubelangen, in het
bijzonder het belang van de traceerbaarheid van illegaal gekapt en in de
handel gebracht hout.

1.8 Nadat na de vernieuwing van de Commissie bij koninklijk besluit van
14 maart 2016 voldoende leden de eed hebben afgelegd om opnieuw
beslissingen te nemen, verzoekt de secretaris van de Commissie bij mail
van 10 mei 2016 aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu om de documenten zonder weglating van
enige informatie.

1.9 Omdat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu op het moment van de vergadering van de Commissie niet
was ingegaan op de vraag om haar de betrokken documenten te
bezorgen, beslist de Commissie de vraag van 10 mei 2016 formeel te
herhalen in een tussenbeslissing.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het beroep ontvankelijk is. Artikel 35
van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de aanvrager beroep kan
instellen bij de federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-
informatie tegen een beslissing van een milieu-instantie bedoeld in
artikel 4, § 1, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de
beslissing moest worden genomen, of in geval van weigering van
uitvoering of een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere
moeilijkheid die hij ondervindt bij de uitoefening van de rechten die
deze wet toekent. Het beroep moet worden ingediend binnen een
termijn van zestig dagen. Het beroep werd ingediend op 18 november
                                                                          5

2013 tegen een beslissing van 7 november 2013 en dus binnen de
wettelijk bepaalde termijn.

   3. De gegrondheid van de aanvraag

   3.1 Het personeel toepassingsgebied van de wet van 5 augustus 2006

De Commissie dient vooraf te bepalen of de gevraagde informatie onder
het toepassingsgebied van de wet van 5 augustus 2006 valt. De wet van 5
augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties bedoeld in artikel 3,
1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking worden geregeld door
de federale overheid, alsook op milieu-instanties vermeld in artikel 3, 1°,
c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van de wet van 5 augustus
2006) en over milieu-informatie beschikken (artikel 18, § 1 van de wet).

Het begrip milieu-instantie wordt door deze wet gedefinieerd als “a) een
rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de Grondwet, een
wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van de Grondwet;
b) een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties
uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met
betrekking tot leefmilieu;
c) een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of
persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare
verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking
tot het milieu verleent.
Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet
onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de
rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden
instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in
een administratieve functie.”

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu valt onder dit begrip (zie Parl. St. Kamer, 2005 – 2006, 51
2511/001, 12 – 13). Het beroep is bijgevolg gericht tegen een milieu-
instantie in de zin van de wet van 5 augustus 2006. Dit aspect wordt
trouwens niet betwist.
                                                                            6

   3.2 Het materieel toepassingsgebied van de wet van 5 augustus 2006

3.2.1. De wet van 5 augustus 2006 kent een recht van toegang tot milieu-
informatie toe. Het begrip “milieu-informatie” wordt in artikel 3, 4°
omschreven als:

         “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële vorm ook,
        waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende:
        a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer, de
        lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de
        natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en
        zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten met
        inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de interactie
        tussen deze elementen;
        b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens met
        inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de
        levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of kunnen
        worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het
        milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld
        onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder
        e);
        c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken,
        voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a)
        bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een
        van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en
        activiteiten zoals bedoeld onder e);
        d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met
        inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen
        in het milieu van stoffen die de toestand van elementen van het
        milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand van de gezondheid en de
        veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) aantasten of
        waarschijnlijk aantasten;
        e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen
        hebben op de onder a), b), c) of d) bedoelde elementen;
        f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand van
        elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de toestand van de
        gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) of de
        waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken zoals bedoeld onder c)
        in stand te houden, te beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en
        druk erop te voorkomen, in te perken of te compenseren;
        g)    kosten-baten-     en    andere    economische     analyses   en
        veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder e)
        en f) bedoelde maatregelen en activiteiten;
                                                                       7

        h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving”.

De Commissie wil erop wijzen dat het begrip milieu-informatie een heel
ruime invulling heeft. Het feit dat in de definitie een veelheid aan
exemplarische opsommingen voorkomt, duidt erop dat aan het begrip
geen enge invulling mag worden gegeven.

De Commissie stelt vast dat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen niet betwist dat de gevraagde documenten milieu-
informatie bevatten in de zin van de wet van 5 augustus 2006. De
Commissie dient echter nauwgezet zelf na te gaan of dit het geval is,
omdat haar bevoegdheid immers beperkt is tot de toegang tot dit soort
informatie.

In arrest nr. 234.269 van 25 maart 2016 oordeelde de afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State dat uit de beslissing die de
Commissie neemt of uit de stukken van het administratief dossier moet
blijken dat de Commissie een voldoende afweging maakt van de
relevantie van de identiteit van de bij de zaak betrokken instanties,
personen en ondernemingen voor de in het geding zijnde
milieubelangen, meer bepaalde het belang van de traceerbaarheid van
illegaal gekapt en in de handel gebracht hout.

De Commissie wenst dan ook te benadrukken dat de toegang tot de
gevraagde documenten zonder enige weglating van informatie nodig is
om voor elk gegeven te kunnen beoordelen of deze al dan niet als milieu-
informatie moet worden beschouwd en, indien dit het geval is, na te
gaan of eventueel één of meer uitzonderingsgronden de openbaarmaking
in de weg staan. Enkel op deze wijze kan de Commissie een beoordeling
doorvoeren die strookt met de zienswijze in het voormelde arrest van de
Raad van State.

   4. Besluit

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu wordt gevraagd de betrokken documenten zonder dat daarbij
enige namen of andere informatie zijn geschrapt aan de Commissie
bezorgd en dit uiterlijk tegen 13 juni 2016.
                                                                  8

Het staat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu vrij om daarnaast bijkomende overwegingen aan de
Commissie te bezorgen.

Brussel, 23 mei 2016.


De Commissie was als volgt samengesteld:

Jeroen Van Nieuwenhove, voorzitter
Frankie Schram, secretaris en lid
Hrisanti Prasman, lid
Steven Vandenborre, lid




   F. SCHRAM                                   J. VAN NIEUWENHOVE
   secretaris                                         voorzitter