Table des matières

Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions

Beslissing FBC 30

Over de weigering om toegang te geven tot informatie met betrekking tot scheurtjes in de reactorvaten van kernreactoren

Date: 16/12/2014

Transposition

   Federale Beroepscommissie voor de
     toegang tot milieu-informatie




                       16 december 2014




                BESLISSING nr. 2014-30

  over de weigering om toegang te geven tot informatie met
betrekking tot scheurtjes in de reactorvaten van kernreactoren

                        (FBC/2014/24)

                     GREENPEACE/FANC
                                                                          2

    1. Een overzicht

1.1 Bij mail van 13 november 2014 vraagt de heer Jan Cappelle, namens
Greenpeace aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle,
hierna FANC genaamd, om een afschrift te ontvangen van volgende
documenten:

   Alle communicatie (mail, brief) tussen Electrabel - GDF Suez en het
    FANC met betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten van de
    kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1 januari
    2013 tem 13 november 2014,
   Alle communicatie (mail, brief) tussen SCK-CEN en het FANC met
    betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten van de
    kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1 januari
    2013 tem 13 november 2014,
   Alle communicatie (mail, brief) tussen de minister van
    Binnenlandse Zaken en het FANC met betrekking tot de scheurtjes
    in de reactorvaten van de kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit
    voor de periode 1 januari 2013 tem 13 november 2014.

1.2 Omdat hij geen ontvangstmelding van het FANC krijgt, vraagt de
heer Cappelle het FANC om de ontvangst van zijn verzoek te bevestigen.

1.3 Het FANC weigert bij mail van 12 december 2014 om toegang te
verlenen tot de gevraagde documenten op grond van artikel 6 § 3, 1° van
de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en
artikel 32 § 1 van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van
het publiek tot milieu-informatie. Hierbij wordt gesteld dat wanneer de
vrijgave van de informatie zomaar gebeurd, dit tot misvatting aanleiding
kan geven.

1.4 Omdat hij het niet eens is met dit standpunt, dient de heer Cappelle
bij mail van 14 december 2014 een beroep in bij de Federale
Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie, hierna
Commissie genaamd.

    2. De ontvankelijkheid van het beroep

De Commissie is van oordeel dat het beroep ontvankelijk is. Artikel 35
van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de aanvrager een beroep kan
                                                                          3

instellen bij de federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-
informatie tegen een beslissing van een milieu-instantie bedoeld in
artikel 4, § 1, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de
beslissing moest worden genomen, of in geval van weigering van
uitvoering of een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere
moeilijkheid die hij ondervindt bij de uitoefening van de rechten die
deze wet toekent. Het beroep moet worden ingediend binnen een
termijn van zestig dagen. Bij afwezigheid van de vermelding van de
beroepstermijn neemt deze geen aanvang. Het beroep werd ingediend op
14 december 2014 tegen een beslissing genomen op 12 december 2014.
Bijgevolg werd het beroep binnen de wettelijk bepaalde termijn
ingediend.

De Commissie wenst er wel op te wijzen dat zij enkel bevoegd is om zich
uit te spreken over de toepassing van de wet van 5 augustus 2006
betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie en niet
voor andere informatie.

   3. De ontvankelijkheid van het beroep

   3.1 De toepasselijkheid van de wet van 5 augustus 2006 betreffende
       de toegang van het publiek tot milieu-informatie

Om na te gaan of de wet van 5 augustus 2006 van toepassing is, gaat de
Commissie na of het FANC een milieu-instantie is in de zin van deze wet
en of de gevraagde informatie kan beschouwd worden als milieu-
informatie.

   3.1.1   Het personeel toepassingsgebied

De wet van 5 augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties
bedoeld in artikel 3, 1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking
worden geregeld door de federale overheid, alsook op milieu-instanties
vermeld in artikel 3, 1°, c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van
de wet van 5 augustus 2006) en over milieu-informatie beschikken
(artikel 18, § 1 van de wet).

Het begrip milieu-instantie wordt door deze wet gedefinieerd als “a) een
rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de Grondwet, een
wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van de Grondwet;
                                                                          4

b) een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties
uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met
betrekking tot leefmilieu;
c) een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of
persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare
verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking
tot het milieu verleent.
Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet
onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de
rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden
instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in
een administratieve functie.”

Aangezien niet wordt betwist dat het FANC een milieu-instantie is in de
zin van de wet van 5 augustus 2006 en tot Commissie in eerdere
beslissingen dit standpunt heeft bevestigd, dient dit punt niet verder in
detail onderzocht te worden.

   3.1.2    Het materieel toepassingsgebied

De wet van 5 augustus 2006 kent een recht van toegang tot milieu-
informatie toe. Het begrip “milieu-informatie” wordt in artikel 3, 4°
omschreven als:

           “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële
           vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende:
           a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer,
           de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de
           natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en
           zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten
           met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de
           interactie tussen deze elementen;
           b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens
           met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de
           levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of
           kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen
           van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren
           zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten
           zoals bedoeld onder e) ;
                                                                          5

        c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en
        bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden
        aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu
        of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld
        onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld
        onder e) ;
        d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met
        inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander
        vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van
        elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand
        van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld
        onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten;
        e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen
        hebben op de onder a), b), c) of d) bedoelde elementen;
        f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand
        van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de
        toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals
        bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en
        bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te
        beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te
        voorkomen, in te perken of te compenseren;
        g) kosten-baten- en andere economische analyses en
        veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de
        onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten;
        h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving”.

De Commissie wil erop wijzen dat het begrip milieu-informatie een heel
ruime invulling heeft. Het feit dat in de definitie een veelheid aan
exemplarische opsommingen voorkomt duidt erop dat aan het begrip
geen enge invulling mag worden gegeven.

De Commissie stelt vast dat de informatie die Greenpeace wenst te
ontvangen als milieu-informatie moet worden opgevat omdat ze
betrekking heeft een potentieel risico voor mens en milieu door
eventuele scheurtjes in de reactorvaten van de kerncentrales Tihange 2
en Doel 3.
                                                                        6

   3.2 Het   onderzoek van       de   eventuele    inroepbaarheid    van
       uitzonderingsgronden

Het FANC roept artikel 31, § 1 van de wet van 5 augustus 2006 in om de
openbaarmaking te weigeren. Dit artikel bepaalt dat de milieu-instantie
een aanvraag kan afwijzen wanneer de aanvraag betrekking heeft op
milieu-informatie die onvoltooid is of die niet af is en waarvan de
openbaarmaking aanleiding kan geven tot misvatting. In elk afzonderlijk
geval dient het algemeen belang dat is gediend met openbaarmaking te
worden afgewogen tegen het specifieke belang dat is gediend met de
weigering om openbaar te maken. De Commissie kan dit standpunt niet
bijtreden. Deze uitzonderingsgrond kan slechts worden ingeroepen
wanneer een document zich in een onafgewerkt toestand bevindt, d.w.z.
dat aan dit document nog verder dient te worden gewerkt. Het feit dat
het openbaarmaking van informatie aanleiding tot misvatting kan geven
als die niet verder wordt geduid, kan slechts worden ingeroepen voor
onafgewerkte of onvoltooide documenten. Aangezien steeds het risico
ontstaat dat bepaalde informatie niet correct wordt begrepen, zou deze
vereiste de openbaarheid van bestuur en de toegang tot milieu-
informatie zoals gegarandeerd door artikel 32 van de Grondwet volledig
uithollen. De Commissie wenst er bovendien op te wijzen dat artikel 32,
§ 1 niet zomaar kan worden ingeroepen. Het inroepen ervan kan slechts
na een belangenafweging. Bovendien moet in concreto een uitgewerkte
motivering worden uitgewerkt omdat de uitzondering in artikel 32, § 1
van de wet van 5 augustus 2006 een facultatieve uitzonderingsgrond is en
artikel    32 van de Grondwet uitgaat van het feit dat alle
bestuursdocumenten in principe openbaar zijn. Artikel 32, § 1 van de
wet van 5 augustus 2006 kan in casu dan ook niet worden ingeroepen.

Niets verhindert dat het FANC de gevraagde documenten laat
vergezellen van een nota waarin ze verdere toelichting geeft om te
vermijden dat eventueel misvatting zou ontstaan.

De Commissie stelt verder vast dat het FANC geen andere
uitzonderingsgrond inroept en zelfs van plan is bepaalde informatie via
een website aan het publiek ter beschikking te stellen die betrekking
heeft op de resultaten van het onderzoek scheurtjes in het reactorvat van
Tihange 2 en Doel 3.
                                                                         7

   3.3 Besluit

De Commissie roept het FANC op om haar in overeenstemming met
artikel 40 van de wet van 5 augustus 2006 de gevraagde documenten ter
beschikking te stellen tegen uiterlijk 12 januari 2015. Het staat het FANC
bovendien vrij om de Commissie haar standpunt te bezorgen waarin het
eventueel meent dat eventueel andere uitzonderingsgronden moeten of
kunnen worden ingeroepen.




Brussel, 16 december 2014


De Commissie was als volgt samengesteld:

Martine Baguet, voorzitster
Frankie Schram, secretaris en lid
Marie De Lombaert, plaatsvervangend lid
Claudia Hildebrand, plaatsvervangend lid




   F. SCHRAM                                              M. BAGUET
   secretaris                                             voorzitster